Infobulletin 5

1 view
Skip to first unread message

e.timmers6

unread,
Jun 9, 2014, 4:45:04 AM6/9/14
to leefstijlo...@googlegroups.com

Infobulletin nummer 5 – juni 2012 van Edwin Timmers

 

In de opzet EG 2014-2015 is het voorstel opgenomen dat we maandelijks een of twee keer en de ons opvallende ontwikkelingen, publicaties of gebeurtenissen signaleren en met elkaar delen in de vorm van een ‘infobulletin’. Laat iedereen zich hiervoor aangesproken voelen. Guy is hiermee in mei al enthousiast van start gegaan. Dus hierbij de vijfde in deze reeks voor het afgelopen seizoen. 

Dementie en ouderdom gaan in overwegende mate samen. Steeds ouder worden zou kunnen leiden tot een toenemend probleem. Wat is de stand van zaken op het gebied van ‘preventie/care’ en ‘genezing/cure’? Voor mij opvallend is de rol van het CZS inclusief hersenen in de preventie van Alzheimer door het accent op de pijlers: bewegen/sporten en leren/ontwikkelen. Om die reden moet je, wat mij betreft, zo niet actief worden. Het is wel mooi meegenomen.  

 

Neuvel, K. (2014). Alzheimer. Biografie van een ziekte. Amsterdam: Podium. 

In het begin van de 20e eeuw wordt Alzheimer, een vorm van dementie, voor het eerst gezien als een pathologisch verschijnsel en een ziekte die zo snel mogelijk moet worden genezen. Andere dementievormen zijn: vasculaire dementie, dementie met Lewy-lichaampjes en de parkinson-dementie (p.334). 
Tot dan werd dementie gezien als geestelijke achteruitgang door ouderdom met verlies van onafhankelijkheid. “Een ziekte omdat er ernstige stoornissen zijn in taalgebruik en taalbegrip (afasie), onhandigheid (apraxie) en cognitieve vaardigheden (agnosie)”(p.48). Door het als (ernstige) ziekte te benoemen en het te koppelen aan de steeds ouder wordende mens en het groeiend aantal van deze groep krijgt het onderzoeksprioriteit en geld. Tegelijk neemt de gedachte toe dat mensen niet zozeer aan ziekten lijden, ze worstelen met ziekmakende problemen.  
“In de 19e eeuw zijn vergeetachtigheid, lusteloosheid en passiviteit gevolgen van dementie, in de 20e eeuw zijn ze de oorzaak” (p.68). Wordt een mens dement door een mislukte aanpassing aan veranderde omstandigheden c.q. ziekmakende culturele invloeden? De samenleving en vooral de oudere zelf kan tegengas geven aan deze ontwikkeling door een actief (ondernemend), gezond en zinvol leven te lijden: “een bewegende mens wordt slimmer, opgewekter en creatiever’(p.167). Lichamelijk actieve ouderen hebben 30 tot 50% minder kans om de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen (p.168). Omdat hoger opgeleiden ook een aanzienlijk minder kans op de ziekte hebben of veel later krijgen, lijkt ook ‘leren en ontwikkelen’ een kernactiviteit.  De ‘hele mens’ wordt steeds het uitgangspunt. Maar Alzheimer is (ook) een hersenprobleem, deels ‘licht’ genetisch bepaald, en vereist daarom medische diagnostiek en chemische behandeling. Het is nog steeds vooral een ziekte die mensen van boven de 75 jaar treft, waarmee meerdere wetenschapsgebieden zich bemoeien en eigen accenten leggen.
Het dilemma blijft ….gaat het bij dementie om een radicale breuk met het normale, gezonde ouder worden of is het een ‘versnelde’ onontkoombare veroudering? (p.92). “De ‘ziekte van Alzheimer’ behoort tot de ernstigste aandoeningen, omdat het mensen hun geheugen en oordeelsvorming afneemt en de essentie van hun persoonlijkheid afneemt”(p.112). Als je zelf besef dat je dement wordt, is het lijden. Het erkennen van Alzheimer als ziekte heeft daarmee te maken. Alleen: niet iedereen beseft het. Soms wel in het begin, maar later niet meer. Voor de naasten blijft het wel ‘lijden’ door verandering in denken, doen en voelen van hun partner. Het lichaam bestaat, maar veroudert en de geest verandert. “De dementerende die van verleden, heden en toekomst geen weet heeft, en die bovenal de eigen familie niet of nauwelijks herkent, lijkt de essentie van de eigen menselijkheid te hebben verloren. Die is zichzelf definitief kwijtgeraakt”(p.149). Maar ‘Er is daar binnenin nog steeds ‘iemand’”(p.169). Het ‘lijden dat men vreest’ kan aanleiding zijn om euthanasie te wensen. Maar de vraag is of mensen dat moment van ‘nu is het zover’ zelf goed kunnen bepalen. Vaak is het al te laat. Bovendien is er discussie over schriftelijk wilsbeschikkingen zelfs als de formulering aan niets te wensen overlaat en de persoon zelf nu zich daarvan afkerig toont.

Intussen groeit de kwaliteit van begeleiding in de zorg en laat men de ouderen meer op maat en optimaal activiteiten of taken doen. Vooral motorische. En dat gebeurt in ‘woongroepen’. Het streven is mensen zo prettig mogelijk te laten leven. Medicatie raakt op de achtergrond. Het inzicht groeit dat verlies van het ene vermogen nog niet het verlies van een ander vermogen betekent. Het leervermogen verdwijnt niet helemaal en een activerende omgeving kan het gebruik stimuleren. “Ook een mens met dementie kan zich nog sociaal en emotioneel ontwikkelen”(p.263). Ze willen nog nuttig zijn en iets betekenen voor anderen. Leer ze dan ook ‘foutloos’ aan hoe ze handelingen kunnen automatiseren. Laat ze leren met een goed gevoel en vooral zintuiglijk.
De nadruk verschuift geleidelijk naar preventie, het voorkomen van Alzheimer door je leefstijl en daarbij is ‘wat goed is voor je hart…..ook goed voor het voorkomen van Alzheimer’.  Bij het ouder worden stapelen de ziektes. Zo bevordert het krijgen van diabetes-2 het krijgen van Alzheimer. En verder zal je moeten accepteren dat ouder worden ook je hersens betreffen. Het zal ons allemaal, vroeg of laat, in mildere of heviger vorm treffen. Kijk dan ook niet alleen naar het ziektebeeld, maar naar de mens die eraan lijdt. Omgang en behandeling vragen een op maat aanpak. Een om meerdere redenen interessant verhaal.   

Reply all
Reply to author
Forward
0 new messages