Bijdrage oktober 2013. Over leefstijlontwikkeling en sportgericht bewegen

12 views
Skip to first unread message

e.timmers6

unread,
Sep 23, 2013, 10:17:41 AM9/23/13
to leefstijlo...@googlegroups.com

Bijdrage 1- expertgroep ‘Leefstijlontwikkeling’ versie voor oktober 2013

23 september 2013. Auteur: Edwin Timmers.

 

Vooraf ter informatie

Graag ontvang ik voor 21 oktober aanstaande uw reactie op onderstaande twee stellingen. Binnen twee weken daarna, zal ik op uw reacties reageren c.q. hieraan conclusies verbinden. Om een goed beeld van elkaars ideeën te krijgen is het belangrijk dat u ook aangeeft hoe belangrijk een bepaald onderwerp voor u is en zo mogelijk ook door welke bronnen u zich laat inspireren.

Wilt u nog reageren op ons voorstel voor maandelijkse bijdragen? In ieder geval verzoek ik prof.dr. Tinie Kardol begin november een bijdrage te leveren. Een bijdrage of reactie van maximaal ongeveer 800 woorden (exclusief vragen of stellingen) is voldoende.

Als u uw testbericht (+ enige persoonlijke informatie) nog niet hebt aangeleverd, wilt u dat dan alsnog doen? Het maakt de onderlinge communicatie gemakkelijker.         

 

Over leefstijlontwikkeling en sportgericht bewegen.

Iedereen beschikt over een voor hem of haar ‘consistente leefstijl op hoofdlijnen’ die in elke levensfase anders kan zijn. Het is een samenhangend geheel van gedrag en opvattingen. Leefstijlen in een bepaalde levensfase en binnen een samenleving of cultuur, hebben overeenkomstig kenmerken. De maatschappelijke of culturele ontwikkelingen zorgen voor  ongeveer gelijke en gedeelde ervaringen bij de verschillende generaties. In Nederland heeft het Sociaal Cultureel Planbureau die gedeelde ervaringen per generatie in beeld gebracht. Een reeks aan auteurs uit verschillende wetenschappelijke disciplines baseren zich daarop.  Een conclusie is dat de nieuwe generatie senioren (geboren in de jaren veertig, vijftig en begin zestig; zeg maar de nu 55 tot 75-jarigen) ‘anders’ wil sporten, leven en ouder worden. Maar wat is ‘anders’? Deze generatie heeft de sport in Nederland vanaf eind jaren zestig, meer veelvormig en meer veelzijdig (competitief én belevingsgericht) zien worden en in belangrijke  mate ook lijfelijk ervaren. Ze heeft in onderwijs en bedrijfsleven het belang van meer zelfstandig, zelfsturend en zelfverantwoordelijk handelen in ‘lerende organisaties’ ervaren. Elke generatie leeft gemiddeld langer en gezonder. Een gemiddelde vijfentachtig jarige van nu, is in gedrag en houding vergelijkbaar met de vijfenzestig jarige van toen. De leefstijl van deze nieuwe generatie senioren is te typeren als fysiek en mentaal actief (of ondernemend), gezond en zinvol. Daarmee wil ze zo lang mogelijk ‘midden in de samenleving’ (blijven) staan. Dat wordt versterk door de vele ‘crisissen’ die nu spelen. ‘Gezond’ is de persoonlijke invulling van ‘gezond leven, om je gezond te (blijven) voelen’. ‘Zinvol’ staat voor: ‘alle activiteiten die jij belangrijk vindt, voldoende kunnen doen bij: werk, zorg, ontspanning en ontwikkeling. Deze probeer je op maat (gegeven je eigen fysieke en mentale mogelijkheden) en optimaal uit te voeren. Zo nodig verander je daarvoor een omgeving. Dat gaat het beste als je dat ook nog eens zelfstandig en samen kunt realiseren.

        

Mijn eerste stelling is… De nieuwe generatie senioren heeft – over het algemeen - een actieve, gezonde en zinvolle leefstijl om daarmee ‘midden in de samenleving’ te kunnen (blijven) staan. Ze wil veel ondernemen, sporten (zie definitie hierna) en zichzelf op vele gebieden een leven lang (blijven) ontwikkelen.

 

‘GERON’, het Nederlandse tijdschrift voor ouderen en samenleving (met Belgische en Nederlandse auteurs), was in het juninummer geheel gewijd aan het belang van lokaal ouderenbeleid. In Nederland is sprake van een verschuiving in aandacht en beleid van landelijk naar lokaal niveau. Dit veronderstelt dat we meer vrijwillig, samen en onderling zaken met elkaar willen regelen en elkaar daarbij willen helpen. Er ontstaat bijvoorbeeld een 55+ solidariteit. Als je de behoefte hebt om te gaan tafeltennissen, zet dan zelf een tafeltennisclub op. Doe dat binnen of buiten een sportvereniging. Of vorm een studie- c.q. ontwikkelclub (, netwerk of leefgemeenschap) op het gebied van ‘zorg’. Het is niet alleen een kwestie van samen organiseren, maar ook inhoudelijk en in de wijze van deelnemen samen willen beleven, leren en ontwikkelen. Dat doet de groep, een kartrekker-deelnemer stimuleert dat. Door het samen delen van ervaringen gaat de voorkeur uit naar deelnemers binnen een bepaalde leeftijdscategorie bij het vormen van clubs, netwerken of leefgemeenschappen. Ze nemen zelf, en vaak als vrijwilliger, initiatief. Coördinatie vanuit de gemeente of lokale welzijnsorganisatie(s) is aan te bevelen. Een help- of informatiedesk vereenvoudigt het vinden van geschikte clubs.       

Specifieke 55+ sportclubs bestaan uit: mannen en vrouwen, beginners en gevorderden, sporters met goede en slechte conditie, gezonde sporters en zij die fysieke beperkingen (chronische ziekten) hebben. De sportvorm wordt op maat van een groep of deelnemer afgestemd en de wijze van deelnemen maakt dat iedereen optimaal kan presteren. Optimaal betekent: op driekwart van je persoonlijk maximaal coördinatievermogen en het zelfstandig samen beleven, leren als ontwikkelen. ‘Sport’ staat voor vormen of activiteiten die: (a) in de laatste decennia als wedstrijdsport voorkomen; (b) door hun ontwikkelingsambitie een kwalitatief hoog spelkarakter hebben en (c) waaraan nu ook meer recreatief, onderling of belevingsgericht kan worden deelgenomen omdat regels onder die condities veranderbaar zijn. Dus liever: floorball, indoorsoftbal, ralleytennis en streetbasketball spelen, dan knots- of fithockey, koersbal of netbal. Een sportvorm kies je vooral omdat het plezier geeft en deze kunt leren/verbeteren en ontwikkelen. Het draagt ook bij aan je gezondheid – als 50-55-plusser - als het een persoonlijk voldoende beroep doet op je fysieke en mentale coördinatie.     

 

Mijn tweede stelling is: (Bijvoorbeeld) het sporten door 50-55-plussers binnen sportclubs is zelfstandig samen te regelen en te ontwikkelen. Coördinatie van initiatieven en een overzicht van mogelijkheden voor een bepaalde groep worden lokaal geregeld. De gedifferentieerde wijze van deelnemen is op internet en in de literatuur te vinden. Kartrekkers werken daarbij op lokaal niveau samen.  


Mijn bronnen voor het voorgaande zijn: ‘Sport op Maat’ (2010) en ‘Activo’s doen het anders, op maat en zeker nu hun vijftigste’ (2012). Auteur: Edwin Timmers. Uitgever: ARKO Sports Media te Nieuwegein. De site 
www.oldaction.nl bevat vele theoretische en praktische uitwerkingen en aanvullingen. Zie met name ook de drie kernteksten.

 

Tinie Kardol

unread,
Oct 20, 2013, 4:06:34 PM10/20/13
to leefstijlo...@googlegroups.com

Op maandag 23 september 2013 16:17:41 UTC+2 schreef e.timmers6:
Geachte heer Timmers,
 
Net voor de sluitingstermijn voor reacties wil ik in het kort op uw stellingen ingaan die u in uw informatief artikel poneert :
* uit behoefteonderzoek in Nederlandse gemeenten onder ruim 4000 senioren van 60 jaar en ouder, waar ik me de afgelopen twee jaar mee heb bezig gehouden, constateer ik dat uw eerste stelling opgaat voor ruim 60% van met name de jongere ouderen (de groep 60-69 jaar) en in een afnemend percentage voor de oudere ouderen (70-79 jaar) en de oudste ouderen (80+). Daarnaast constateer ik dat ruim 35% van de jongere ouderen, met name laagopgeleide ouderen, zwaar ondervertegenwoordigd zijn bij maatschappelijke activiteiten, waaronder het beoefenen van sport. Uw tweede stelling kan ik onderschrijven, maar wellicht kan ik bij mijn 'novemberbijdrage' wat nader op uw stellingen ingaan met verwijzing naar de genoemde behoefteonderzoeken.
 
Met vriendelijke groet,
Tinie Kardol 
 

 

Reply all
Reply to author
Forward
0 new messages