FonsDM
unread,Jan 21, 2009, 5:00:25 AM1/21/09Sign in to reply to author
Sign in to forward
You do not have permission to delete messages in this group
Either email addresses are anonymous for this group or you need the view member email addresses permission to view the original message
to Stef&Vrienden
De volledige rede van de nieuwe president van de Verenigde Staten
WASHINGTON 20 januari 2009
Mijn medeburgers,
Ik sta hier vandaag voor u, nederig door de taak die mij te doen
staat, dankbaar voor het vertrouwen dat u in mij heeft gesteld, mij
goed bewust van de offers die door onze voorouders zijn gebracht.
Ik dank president Bush voor zijn diensten aan ons volk en ook voor de
gastvrijheid en medewerking die hij heeft betoond gedurende het hele
proces van overdracht.
Vierenveertig Amerikanen hebben nu de presidentiële eed afgelegd. Deze
woorden zijn gesproken tijdens een opwaartse beweging van welvaart en
de kalme wateren van de vrede. Maar soms wordt de eed ook afgelegd te
midden van zich samentrekkende donkere wolken en razende stormen.
In dat soort tijden heeft Amerika doorgezet, niet alleen vanwege de
vaardigheid of visie van haar leiders, maar omdat wij, het volk, de
idealen van onze voorvaderen trouw zijn gebleven, en onze
oprichtingsdocumenten trouw zijn gebleven. Zo is het in het verleden
gegaan; zo moet het ook gaan met deze generatie Amerikanen.
Dat we midden in een crisis zitten is nu goed duidelijk. Onze natie is
in oorlog, tegen een verstrekkend netwerk van geweld en haat. Onze
economie is sterk verzwakt: dit is een gevolg van hebzucht en gebrek
aan verantwoordelijkheid van de kant van sommigen, maar is ook te
wijten aan het feit dat wij met z'n allen niet in staat zijn geweest
moeilijke keuzes te maken en het land voor te bereiden op een nieuw
tijdperk.
Mensen zijn hun huis kwijtgeraakt, hun baan verloren, hebben hun
bedrijven moeten sluiten. Onze gezondheidszorg is te duur, en te veel
mensen redden het niet in ons schoolsysteem. En elke dag brengt ons
meer bewijzen dat de manier waarop wij energie verbruiken onze
tegenstanders sterker maakt en een bedreiging vormt voor onze planeet.
Dit zijn de indicatoren van de crisis, die onderhevig zijn aan
gegevens en statistieken. Minder goed meetbaar maar minstens even
diepgaand is een groeiend gebrek aan vertrouwen in ons hele land - de
knagende angst dat de neergang van Amerika onontkoombaar is, en dat de
volgende generatie haar verwachtingen zal moeten bijstellen.
Vandaag zeg ik u dat de uitdagingen waarmee wij geconfronteerd worden,
reëel zijn. Ze zijn ernstig en talrijk. Ze zullen niet gemakkelijk of
snel kunnen worden opgelost. Maar dit wil ik u zeggen, Amerika: ze
zullen worden opgelost!
Vandaag zijn wij hier bijeen omdat wij gekozen hebben voor hoop in
plaats van angst, saamhorigheid in plaats van onenigheid en
meningsverschillen. Vandaag zijn wij hier om een einde te maken aan
kleinzielige rancune en valse beloften, aan de verwijten en versleten
dogma's die al te lang onze politiek hebben verstikt. Wij zijn nog
steeds een jong land, maar zoals in de Schrift staat: de tijd is
gekomen om 'kinderlijke zaken vaarwel te zeggen'.
De tijd is gekomen om ons doorzettingsvermogen te herbevestigen; om te
kiezen voor onze betere geschiedenis; om dat kostbare geschenk, dat
nobele idee, te propageren, dat is doorgegeven van generatie op
generatie: die door God geschonken belofte dat iedereen gelijk is, dat
iedereen vrij is, en dat iedereen de kans moet krijgen om zijn
volledige portie geluk na te streven.
Wanneer wij de grootheid van ons land herbevestigen zijn we ons ervan
bewust dat grootheid nooit iets vanzelfsprekends is. Het moet verdiend
worden. Bij onze reis hebben we nooit de kortste weg gekozen, of de
weg van de minste weerstand.
Deze weg is niet voor de lafhartigen; voor hen die ontspanning
verkiezen boven werk, of die alleen de lusten van rijkdom en roem
nastreven. Nee, het zijn zij die bereid zijn om risico's te nemen, de
doeners, de makers van dingen - van wie sommigen beroemd waren maar
vaker onbekende hardwerkende mannen en vrouwen - die ons hebben
gedragen langs het lange, zware pad naar de welvaart en de vrijheid.
Voor ons hebben zij hun karige bezittingen ingepakt en de reis over de
oceaan ondernomen op zoek naar een nieuw leven. Voor ons hebben zij
geploeterd in benarde omstandigheden, en hebben ze het westen
gekoloniseerd; de klap van de zweep doorstaan, de harde aarde
doorploegd. Voor ons hebben zij gevochten en zijn ze gestorven, in
plaatsen als Concord en Gettysburg, Normandië en Khe Sahn. Steeds weer
hebben deze mannen en vrouwen geworsteld, offers gebracht en gezwoegd
totdat hun handen kapot waren, opdat wij een beter leven zouden
hebben.
Zij beschouwden Amerika als meer dan de som van onze individuele
ambities; groter dan alle verschillen in afkomst of rijkdom of
groepering. Dit is de reis die wij vandaag voortzetten. Wij zijn nog
altijd het meest welvarende en machtige land op aarde. Onze werkers
zijn niet minder productief dan voor het begin van deze crisis. Onze
geest is niet minder vindingrijk, en er bestaat nog evenveel behoefte
aan onze goederen en diensten als vorige week of vorige maand of vorig
jaar.
Ons vermogen is nog even groot. Maar de tijd dat wij pas op de plaats
konden maken, dat we specifieke belangen konden beschermen en
onplezierige beslissingen op de lange baan konden schuiven - die tijd
is beslist voorbij. We moeten vanaf vandaag hard aan het werk gaan, de
mouwen opstropen en opnieuw beginnen met de taak van de wederopbouw
van Amerika. Want er is werk aan de winkel waar we ook kijken.
De toestand van de economie vraagt om actie, om snel en doeltreffend
handelen, en we zullen ook handelen - niet alleen om nieuwe banen te
scheppen maar ook om een nieuwe basis voor groei te leggen. We zullen
de wegen en bruggen gaan bouwen, de elektrische netwerken en digitale
verbindingen die onze handel bevoorraden en ons allen verbinden. We
zullen de wetenschap weer haar rechtmatige plaats geven, en gebruik
maken van de wonderen van de techniek om de kwaliteit van de
gezondheidszorg te verbeteren en de kosten daarvan te verlagen.
We zullen de zon en de wind en de bodem temmen om brandstof te
verschaffen voor onze auto's en onze fabrieken te laten draaien. En we
zullen onze scholen en universiteiten hervormen zodat ze beter voldoen
aan de eisen van de nieuwe tijd. Dit alles kunnen wij doen - en dit
alles zullen wij doen. Nu zijn er sommigen die onze ambities in
twijfel trekken - die aangeven dat ons systeem niet al te veel grote
plannen kan verdragen. Deze mensen zijn kort van memorie; want ze zijn
vergeten wat dit land al heeft gepresteerd, en waartoe vrije mannen en
vrouwen in staat zijn als hun verbeeldingsvermogen hand in hand gaat
met een gemeenschappelijk doel, als nood hand in hand gaat met moed.
Wat de cynici niet begrijpen is dat er een aardverschuiving heeft
plaatsgehad, en dat de afgezaagde politieke argumenten die zo lang
gemeengoed zijn geweest nu niet meer van toepassing zijn. Vandaag de
dag vragen wij ons niet meer af of onze regering te groot of te klein
is, maar of hij functioneert; of de regering gezinnen helpt om banen
te vinden tegen redelijke betaling, gezondheidszorg die ze zich kunnen
veroorloven, een waardig pension. Waar het antwoord op deze vragen Ja
luidt, zijn wij van plan door te gaan; waar het antwoord Nee luidt
worden de regelingen beëindigd.
En die mensen die de publieke fondsen beheren zullen ter
verantwoording worden geroepen: om verstandig geld uit te geven,
slechte gewoontes te corrigeren, en zaken te doen in het volle
daglicht - want dan pas kunnen wij het cruciale vertrouwen tussen het
volk en zijn regering herstellen. Ook is de belangrijkste vraag niet
of de markt een kracht ten goede of ten kwade is. Het vermogen van de
markt om rijkdom te genereren en vrijheid te verhogen is ongeëvenaard,
maar deze crisis heeft ons een signaal gegeven dat zonder waakzaamheid
de markt onbeheersbaar kan worden - en dat een land geen welzijn kan
kennen als het alleen de welvarenden begunstigt.
Het succes van onze economie is altijd afhankelijk geweest niet alleen
van de omvang van onze bruto binnenlands product, maar van de
reikwijdte van onze welvaart; van ons vermogen om kansen te
verschaffen aan een ieder die daarvoor open staat - niet uit
liefdadigheid, maar omdat dat de zekerste weg is naar ons
gemeenschappelijk goed.
Wat betreft onze gezamenlijke verdediging: de keuze tussen onze
veiligheid en onze idealen verwerpen wij als onjuist. De grondleggers
van onze natie, die voor gevaren stonden die wij ons nauwelijks kunnen
voorstellen, hebben een handvest opgesteld dat garant stond voor onze
rechtsorde en rechten van de mens, een handvest dat is uitgegroeid
door het bloed van vele generaties. De wereld wordt nog steeds
verlicht door die idealen, en we zullen ze niet opgeven uit
opportunisme.
En dus zeg ik tegen alle andere volkeren en regeringen die vandaag
kijken, van de grootste hoofdsteden tot het kleine dorpje waar mijn
vader werd geboren: weet dat Amerika een vriend is van elke natie en
alle manen, vrouwen en kinderen die op zoek zijn naar een toekomst vol
vrede en waardigheid, en dat we er opnieuw klaar voor zijn om de
leiding te nemen.
Ik roep in herinnering dat eerdere generaties niet alleen tegen
fascisme en communisme optraden met tanks en granaten, maar met
stevige allianties en duurzame overtuigingen. Zij begrepen al dat onze
kracht alleen niet genoeg is om ons te beschermen en ons niet het
recht geeft om te doen wat wij maar willen. Integendeel, zij wisten
dat onze kracht groeit door voorzichtigheid te gebruiken; onze
veiligheid komt voort uit de rechtvaardigheid van ons doel, de kracht
van ons voorbeeld, de temperende eigenschappen van nederigheid en
inperking. Wij zijn de bewaarders van dit erfgoed.
Als we ons eens temeer laten leiden door deze principes, zijn we
opgewassen tegen die nieuwe bedreigingen die een nog grotere
inspanning vergen - een nog nauwere samenwerking en wederzijds begrip
tussen naties. We zullen beginnen Irak op verantwoordelijke wijze aan
haar volk over te laten. We zullen een welverdiende vrede smeden in
Afghanistan. Met oude vrienden en vijanden van weleer zullen we
onvermoeibaar samenwerken om de nucleaire dreiging te verminderen en
het spook van een opwarmende planeet verjagen.
We zullen ons niet verontschuldigen voor onze levensstijl, noch
aarzelen om die te verdedigen. En voor diegenen die hun doel proberen
te bereiken door middel van terreur en het afslachten van onschuldge
mensen: laten we nu tegen u zeggen dat wij sterker zijn en dat onze
geest niet gebroken kan worden; u zult het niet langer volhouden dan
wij en wij zullen u verslaan.
Want wij weten dat ons veelkleurige erfgoed een kracht inhoudt, geen
zwakte. Wij zijn een natie van christenen en moslims, joden en hindoes
- en ongelovigen. Wij zijn gevormd door elke taal en cultuur uit alle
hoeken van deze aarde; en omdat we van de bittere smaak van de
burgeroorlog en segregatie hebben geproefd, en sterker en meer
verenigd uit dat donkere hoofdstuk naar voren zijn gekomen, kunnen we
niet anders dan geloven dat de oude haat ooit zal verdwijnen; dat de
lijnen die de stammen scheiden spoedig zullen vervagen; dat, naarmate
de wereld kleiner wordt, onze gezamenlijke menselijkheid naar boven
zal komen; en dat Amerika haar rol moet vervullen in het verwelkomen
van een nieuw tijdperk van vrede.
Aan de moslimwereld zeg ik dat we op zoek zijn naar een nieuwe weg
voorwaarts, gebaseerd op gezamenlijke interesse en wederzijds respect.
Aan die leider in de wereld die conflicten probeert te stimuleren, of
het leed van zijn samenleving aan het Westen wijten: weet dat uw volk
u zal beoordelen op basis van wat u kunt opbouwen, niet wat u kunt
vernietigen. Aan diegenen die hun macht ontlenen aan corruptie en
bedrog en het monddood maken van andersdenkenden: weet dat u de
geschiedenis niet aan uw zijde hebt staan maar dat wij u een hand
zullen toereiken als u bereid bent om uw vuist te openen.
Aan de volkeren van arme naties, zeg ik dat we met u zullen
samenwerken om uw boerderijen te laten opbloeien en schoon water over
uw land te laten stromen; om uitgehongerde lichamen en hongerige
geesten te voeden. Aan naties zoals de onze die kunnen genieten van
een relatieve welvaart zeggen we dat we het ons niet meer kunnen
veroorloven om onverschillig te zijn ten opzichte van leed buiten onze
grenzen; noch kunnen we de bronnen in de wereld opmaken zonder
aandacht voor de gevolgen. Want de wereld is veranderd en wij zullen
moeten mee veranderen. Terwijl we nadenken over de weg die voor ons
ligt, denken we met nederige dankbaarheid terug aan die dappere
Amerikanen die, terwijl ik spreek, in verre woestijnen en berggebieden
patrouilleren.
Zij hebben ons vandaag iets te zeggen, net zoals de helden die in
Arlington liggen door de eeuwen zullen blijven fluisteren. Wij eren
hen niet alleen omdat zij de bewakers van onze vrijheid zijn, maar ook
omdat zij de geest van gedienstigheid vertegenwoordigen; een
bereidheid om betekenis te vinden in iets dat groter is dan zij zelf.
En toch, op dit moment - een moment dat een hele generatie zal bepalen
- is het juist deze geest die bezit van ons allen moet nemen.
Want hoeveel een regering ook kan en moet doen, uiteindelijk is het
het geloof en de vastberadenheid van het Amerikaanse volk waarop deze
natie steunt. Het is de vriendelijkheid om een vreemdeling op te nemen
wanneer de dijken doorbreken, de onzelfzuchtigheid van werknemers die
liever uren inleveren dan dat een vriend zijn of haar baan verliest,
die er voor zorgt dat we ons door deze donkere tijden weten te slaan.
Het is de moed van de brandweerman om een trap vol rook op te stormen,
maar ook de bereidheid van een ouder om een kind te voeden, die
uiteindelijk ons lot bepaalt.
Onze uitdagingen kunnen dan nieuw zijn. De middelen waarmee we er
tegen vechten kunnen nieuw zijn. Maar die waarden waarop ons welslagen
berust - hard werken en eerlijkheid, moed en eerlijk spel, tolerantie
en nieuwsgierigheid, loyaliteit en patriottisme - dat zijn oude
waarden. Ze zijn de waarheid. Ze liggen aan de basis van de stille
kracht van de vooruitgang door onze hele geschiedenis.
Wat wordt gevraagd is dus een antwoord op deze waarheden. Wat er nu
van ons vereist wordt, is een nieuw tijdperk van verantwoordelijkheid
- een erkenning, door elke Amerikaan, dat we plichten hebben jegens
onszelf, onze natie en de wereld, plichten die we niet met gemorrel
accepteren maar juist met plezier aanvaarden, gesterkt door de
wetenschap dat er niets zo bevredigend is voor onze geest, niets zo
vormend is voor ons karakter, dan ons volledig inzetten voor een
moeilijke taak. Dit is de prijs, en de belofte van burgerschap. Dit is
de oorsprong van ons vertrouwen - de wetenschap dat God ons oproept om
vorm te geven aan een onzekere bestemming.
Dit is de betekenis van onze vrijheid en onze overtuiging - waarom
mannen en vrouwen en kinderen van elk ras en elke overtuiging in dit
voortreffelijke centrum bijeenkomen om samen te vieren, en waarom een
man wiens vader minder dan zestig jaar geleden in een plaatselijk
restaurant misschien niet zou worden bediend, nu voor u kan staan om
een bijzondere heilige eed af te leggen.
Laten wij daarom deze dag in ons hart opsluiten, en denken aan wie wij
zijn en de lange weg die we hebben afgelegd. In het jaar van Amerika's
geboorte, in de allerkoudste maand, zit een kleine groep patriotten
bijeengehurkt rond een stervend kampvuur aan de oevers van een ijzige
rivier. De hoofdstad werd verlaten. De vijand was in aankomst. De
sneeuw was bevlekt met bloed.
Op het moment dat de uitkomst van onze revolutie het meest betwijfeld
werd, gebood de vader van onze natie om deze woorden aan het volk voor
te lezen: Zeg het voort aan de toekomstige wereld... dat midden in de
winter, toen niets dan hoop en deugd nog kon overleven... dat de stad
en het land, gealarmeerd door een gezamenlijke dreiging, naar voren
traden om deze het hoofd te bieden.
Amerika. In het aangezicht van onze gezamenlijke bedreigingen, in deze
zware winter, laten we ons deze tijdloze woorden herinneren. Laten we
de ijzige stromen nog eenmaal met hoop en deugd weerstaan, en laten we
de stormen die nog zullen komen het hoofd bieden. Laat het gezegd zijn
door de kinderen van onze kinderen dat we, toen we getest werden,
weigerden om deze reis ten einde te laten komen, dat we niet onze rug
toekeerden en weifelden; en met de ogen op de horizon en Gods gratie
op ons allen, gaven we die geweldige gave die vrijheid heet door en
leverden die veilig over aan toekomstige generaties.
© ANP