Google Groups no longer supports new Usenet posts or subscriptions. Historical content remains viewable.
Dismiss

Huid en wielersport

152 views
Skip to first unread message

Ton Verheij

unread,
Mar 1, 1998, 3:00:00 AM3/1/98
to

Hoi,
alle ins en outs over onze huid en (wieler)sport:
1. Inleiding

De beoefening van de wielersport stelt vaak hoge eisen aan het functioneren
van de huid. De huid kan daarbij worden blootgesteld aan de ongunstige
invloed van wind, water, warmte, kou, wrijving, chemicaliën en zeep.
Behalve tot mooi gebruinde, glanzende, glad geschoren benen kan het bij
wielrenners ook leiden tot huidaandoeningen zoals uitdroging, schilfering
en andere nadelige gevolgen van het zonlicht. Het handhaven van een
constante lichaamstemperatuur tijdens langer durende inspanning onder warme
of koude omstandigheden, vereist een belangrijke aanpassing in de huid, die
niet altijd slaagt. Sterke transpiratie in lichaamsplooien, aan borstkas
en voeten kan leiden tot verweking van de huid en een manifeste
schimmelinfectie. Een valpartij leidt vaak tot beschadiging van de huid en
soms tot nader medisch handelen. Overmatige druk, in schoenen, onder de
handschoenen en op het zitvlak veroorzaakt pijn, een ruwe huid en soms
blaren. Bij intensief trainende pubers lijkt acne wat vaker voor te komen.
Een cosmetisch storende varicosis is soms de prijs voor al die krachtige
pedaalomwentelingen. Inspannings gebonden urticaria is veel zeldzamer. Een
voedselallergie kan zich door de drempelverlagend effect van inspanning
eerder en heviger manifesteren.

2. Fysiologie/Anatomie

De huid bestaat uit 3 lagen. Bovenop de epidermis. Deze bevat het stratum
basale als kiemlaag. Van hieruit worden de cellen gevormd, die in de
richting van het huidoppervlak schuiven. Er zijn cellen in deze kiemlaag
die pigment bevatten, dat uit DOPA door oxydatie gevormd wordt en beschermt
tegen het UV-licht door het wegvangen van vrije elektronen. De bovenste
laag van de epidermis, het stratum corneum bestaat uit keratine, de
hoornstof die bescherming moet bieden tegen schadelijke invloeden van
buitenaf. Talg en zweet houden dit keratinelaagje soepel, maken de huid
waterdicht en spelen een rol bij de bescherming tegen ziektekiemen. Op
deze keratinelaag zijn talrijke micro-organismen als commensaal aanwezig,
maar die bij de verstoring van de oppervlakte kans krijgen pathogeen te
worden. Het stratum corneum krijgt na zonneëxpositie een donkerbruine
tint. Onder de epidermis ligt de cutis, ook wel corium of leerhuid genoemd,
bestaande uit collageen en elastische bindweefselvezels, die rek- en
trekvast zijn. Deze laag bevat ook de huidadnexa zoals zweet- en
talgklieren en haarfollikels. Verder treffen we er bloedvaten, lymfevaten,
zenuwvezels alsook de sensibele receptoren voor tast, druk en temperatuur.
In rust bevatten slechts een gering aantal capillairen bloed, bij arbeid
kunnen wel 30 maal zoveel capillairen gevuld zijn. De zweetklieren, die
ook gedeeltelijk in de subcutis gelegen zijn, monden met een
kurketrekkervormige afvoergang aan de oppervlakte uit. De eccriene klieren
scheiden een sterk zuur, vrij waterig secreet uit en hun afgifte staat
sterk onder invloed van de thermoregulatie. De apocriene klieren hebben
een meer alkalisch secreet, celdelen bevattend alsook vetzuren die onder
invloed van huidbacteriën worden omgezet in typische reukstoffen, de Body
Odor. De onderste laag van de huid, de subcutis, bestaat uit een
bindweefsel netwerk, gevuld met vetcellen en water. Het voorziet daardoor
in funkties als warmte-isolatie, drukpolstering en energieopslag. Andere
belangrijke funkties van de huid betreffen Vitamine D synthese en de
excretie van stoffen als ureum.

3. Warmteregulering bij inspanning
Het centrum voor de warmteregulatie is gelokaliseerd in het preoptische,
voorste deel van de hypothalamus. Dit fungeert als een thermostaat die een
constante lichaamstemperatuur probeert te handhaven. Pyrogenen, waaronder
bacteriële endotoxinen en prostaglandines, en langdurige intensieve
sportbeoefening kunnen deze thermostaat zodanig beVnvloeden, dat deze op
een hogere temperatuur wordt afgesteld. Zo kan bij een marathonloper, m.n.
bij een wat zwaardere atleet, zelfs onder koele omstandigheden de
lichaamstemperatuur oplopen tot 40 graden C. Tijdens inspanning ontstaat er
een tweestrijd in de bloedvoorziening. Aan de ene kant hart- en
spierweefsel dat van voldoende bloed moet worden voorzien om een krachtige
contractie te garanderen. Aan de andere kant de vaatvoorziening in de
huid, noodzakelijk om overtollige warmte, vrijgekomen door de inspanning,
af te voeren. In het begin van de inspanning is de warmte die vrijkomt
door de metabole processen groter dan de warmte die via de huid afgegeven
wordt. Dit leidt tot temperatuurstijging en het afstellen van de
thermostaat op een hoger niveau. Het gevolg hiervan is een versterkte
doorbloeding van de huid en toegenomen transpiratie. De perifere
vasodilatatie, een "-sympaticolytisch effect, is des te intenser naarmate
de omgevingstemperatuur hoger ligt. Overigens zijn deze veranderingen niet
over het gehele lichaam gelijk. Handen, onderbenen en voeten hebben een
grotere spreiding en een lagere gemiddelde huidtemperatuur. Hoofd en romp
hebben een hogere gemiddelde temperatuur en kennen weinig variatie. Bij
zeer intensieve inspanning in grote hitte kiest het lichaam voor de
doorbloeding van de spieren, een $-2-sympaticomimetisch effect. De daardoor
relatief verminderde doorbloeding van de huid veroorzaakt een verdere
stijging van de lichaamstemperatuur en dit beperkt de verdere inspanning.
Tijdens warm weer zal er ook een sterke redistributie van bloed uit het
splanchnicusgebied plaats vinden. Dit impliceert dat tijdens warm weer de
vertering tijdens het fietsen verminderd is en beperkt moet worden tot
lichte kost en een dorstlesser. De toename in de doorbloeding van de huid
betreft vooral een vasodilatatie van de venen, hetgeen de preload verlaagt,
evenals de cardiac output en compensatoir de hartfrequentie doet toenemen.
De rustpols neemt daardoor tijdens verblijf in warme streken toe. Tijdens
inspanning verschuift plasmawater van intra- naar extravasculair. Dit leidt
dit tot een daling van het slagvolume. Tijdens warmte is daardoor de
intensiteit van de duurprestatie beperkt. Deze ongunstige beVnvloeding van
de duurprestatie treft vooral minder getrainden, sporters die minder aan de
warmte gewend zijn en personen die onvoldoende gehydreerd zijn.
Duurtraining leidt tot een verhoogd plasmavolume en een verlaagde
zweetdrempel. Training onder vochtige, warme omstandigheden voert de
warmtetolerantie nog verder op, mits voor voldoende vochtinname wordt
gezorgd. Sportbeoefening bij lage omgevingstemperatuur zal leiden tot
vasoconstrictie van de huidvaten. Wanneer de lichaamstemperatuur daalt
beneden 35 graden C, spreekt men van hypothermie oftewel onderkoeling.
Daarbij is ondanks de vasoconstrictie van de huidvaten, het warmteverlies
via de huid groter dan de warmteproductie door de inspanning. De eerste
verschijnselen daarbij zijn spiertrillingen, koude blauwe huid en pijn in
de ledematen. Beoefening van de wielersport kan wel leiden tot het lokale
koude letsel, maar zelden of nooit tot een volledige hypothermie. Dit
i.t.t. situaties waarbij men in het water verblijft of de schaatssport
bedrijft. Zo kan onderkoeling voorkomen bij 6 uur verblijf in water van
minder dan 15 graden C. Deze limiet van 15 graden wordt ook gehanteerd bij
triatlonwedstrijden. Contracties van de kuitspieren, de zogeheten
kuitspierpomp veroorzaken een sterke druktoename intrafasciaal. Indien de
veneuze kleppen intact zijn, wordt daardoor bloed hartwaards verplaatst.
Na de contractie treedt er een forse drukdaling op indien reflux door goed
functionerende kleppen van de venen in het diepe systeem wordt voorkomen.
Ten gevolge hiervan wordt bloed vanuit het oppervlakkige systeem aangezogen
via de v.v. communicantes. Enerzijds mag men daarom bij wielrenners
verwachten dat door veelvuldig gebruik van hun goed ontwikkelde spierpomp
er zich geen problemen op dit gebied zullen voordoen indien het veneuze
kleppensysteem sluitend werkt. Indien het kleppensysteem b.v. door een
trombose insufficiënt is, zijn er echter wel verschijnselen zoals een
varicosis en andere symptomen van een gestoorde oppervlakkige veneuze
circulatie te verwachten. Anderzijds kan de toegenomen arteriële toevoer
door het pedaleren m.n. tijdens warm weer aanleiding geven tot tekort
schieten van de kleppen in het oppervlakkige systeem en aldus een
esthetisch storende varicosis veroorzaken. Dat geldt des te meer indien er
een familiaire aanleg voor veneuze insufficiëntie bestaat.

4. Blaren

Blaren zijn met vocht gevulde holten ontstaan door splijting van de
huidlaag. Bij mechanische oorzaken zoals bij het sporten betreft het de
subepitheliale vorm. Bij wielrenners komen blaren vooral voor aan de
handen, m.n. indien geen polstering met handschoenen plaatsvond. Andere
lokalisatie betreffen de voeten en soms het zitvlak. Genezing van een
intacte, niet geVnfecteerde blaar verloopt sneller indien het blaardak
intact gelaten wordt, dan wanneer het blaardak verwijderd wordt. Wel
verdient het de voorkeur een blaar aan te prikken en leeg te drukken om
groter worden te voorkomen. Een open blaar kan afgedekt worden met een
indifferente zalfgaas (optule) of Duoderm. Bij klinische infectie van de
blaar is een lokaal chemotherapeuticum aangewezen zoals Chloorhexidine
crPme of Betadinejodiumzalf. Zitvlakproblemen berusten eveneens vaak op een
mechanische oorzaak. De stand van het zadel of andere afwijkingen aan het
materiaal kunnen een rol spelen bij de stagnering in de bloedvoorziening,
waardoor de celstofwisseling op de drukplaatsen dermate wordt verstoord dat
celdood en lokale klachten zoals pijn, rauwheid en blaren ontstaan. Het
beleid bij steenpuisten in dit gebied wordt elders uitvoerig beschreven.

5. Warmte en zonneëxpositie

Langdurige frequente zonneëxpositie leidt tot het typische gebruinde,
verweerde gezicht met sproeten, rimpels, teleangiectasieën, droogheid en
een verhoogd risico op keratosen en huidcarcinomen. Gedeeltelijk kan dit
verklaard worden door de hyperplasie van het stratum corneum. Zonnebrand
wordt veroorzaakt door UV-licht m.n. UV-B stralen van 290 tot 320 nm.
Daarbij ontstaat roodheid, zwelling, pijn en soms blaasjes. Na de vierde
dag vindt afschilfering en de-pigmentatie plaats. Constitutionele factoren
of photosensibilisatie b.v. door medicamenten zoals tetracycline bij
wintersporters of "zonbeschermende" middelen, kunnen het tolerantieniveau
verlagen. Ook tijdens graviditeit, bij ouderen en bij dehydratie kan
zonnebrand zich eerder voordoen. Behandel zonnebrand met zonnebrandolie,
een pijnstiller en eventueel lokaal corticosteroVden. Preventie vindt
plaats door de duur van de blootstelling aan het zonlicht geleidelijk op te
bouwen, beschermende kleding te dragen, voldoende te drinken en met behulp
van crPmes of emulsies met beschermende substanties zoals esters van
para-aminobenzoezuur en salicylaten. De warmte die tijdens de inspanning
vrijkomt, leidt tot lichaamstemperatuurstijging. Daardoor wordt de
hypothalamus in de hersenen geprikkeld, hetgeen leidt tot een stimulans
naar de zweetklieren om meer zweet te produceren. Ook stresshormonen en
adrenaline spelen daarbij een rol. De zweetproductie kan oplopen tot 2 tot
3 liter per uur. Zweet is hypotoon, minder geconcentreerd, t.o.v. plasma,
zodat aanvulling puur met water centraal staat. Toevoeging van natrium en
koolhydraat gaat het snelle vochtverlies tegen en bevorderen de vochtopname
in de darm. Als het vochtverlies onvoldoende wordt aangevuld, leidt het
verminderde plasmavolume, tot een daling in de doorbloeding van de huid,
waardoor de lichaamstemperatuur verder kan gaan stijgen. Boven de kritische
waarde 39.5 leidt dit tot een sterk vermoeidheidsgevoel en brengt de
sporter er meestal toe, de inspanning te stoppen. Als de uitgangswaarde al
verhoogd was bij aanvang van de inspanning, zal dit moment eerder plaats
vinden. Dit is een reden de warming-up tijdens warm, vochtig weer korter,
minder intensief en in schaduwrijke omgeving uit te voeren. Idealiter
drinkt men grotere volumes, 200 ml elke 20 minuten, met snel resorbeerbare
koolhydraten ("dorstlessers"), 40 tot 60 gram per uur, aangevuld met
natriumchloride, d.w.z. keukenzout, 2 g/l. Als men onvoldoende drinkt en
veel zweet, kunnen er door het zoutverlies spierkrampen ontstaan in de
kuiten; ook buikkrampen kunnen zich voordoen. Even afstappen, wat drinken
en dan verdwijnt dat meestal wel weer. Overigens voorkomt het gebruik van
"zouttabletten" deze krampen door zoutverlies niet. Wel is het zinvol 1
theelepel zout in de bidon te doen bij warm weer. Als deze krampen echter
gepaard gaan met sterke transpiratie in het gelaat, met misselijkheid,
duizeligheid en snelle ademhaling duidt dit op een warmtebevanging. Hoewel
het tijdens sporten niet ongebruikelijk is dat de lichaamstemperatuur
oploopt tot soms 39 graden Celsius, leidt dit bij een warmtebevanging tot
circulatieproblemen t.g.v. falende compensatie door het centrale
zenuwstelsel. Je wordt daarbij duizelig of gaat zelfs onderuit, de
zonnesteek of warmtebevanging, heat-illness. In dat geval moet een koele
plek gezocht worden om in alle rust kleine slokjes water te drinken en het
hoofd en de nek af te koelen met vochtige doeken. Aangewezen is daarbij een
liggende houding met de benen omhoog. Bij de warmteberoerte is de rectale
temperatuur 41 graden C of hoger en het bewustzijn is gestoord. De
mortaliteit bedraagt 50 %. In het bijzonder kwam deze aandoening vroeger
voor bij dienstplichtigen op oefening onder vochtige, warme klimatologische
omstandigheden. Het komt ook vaker voor bij ouderen tijdens een hittegolf.
Het is een van de belangrijkste doodsoorzaken tijdens sporten. De
kenmerken zijn verder convulsies, een droge warme huid, een snelle pols,
een lage tensie en hyperventilatie. Evenals bij de hyperthermie dient de
behandeling te bestaan uit afkoelen met natte doeken en verplaatsen naar de
schaduw. Indien mogelijk een infuus en met spoedtransport naar een
ziekenhuis. De risico's op een dergelijke calamiteit ontstaan m.n. op een
windstille bloedhete dag bij een hoge vochtigheidsgraad. Men dient dan
goed gehydreerd te gaan sporten, in het begin de intensiteit te beperken en
de duur te limiteren. Bij de hyperthermie loopt de lichaamstemperatuur op
tot boven 41 graden C, maar ontbreekt de verstoring van het bewustzijn
zoals bij de warmteberoerte. Wel bestaat er een gestuwd gelaat, soms een
profuse transpiratie en een sterk dorstgevoel. Als kritische grens geldt
een temperatuur tussen 41.6 en 42.0 graden C. Sportbeoefening ten tijde
van een milde (luchtweg) infectie kan ook leiden tot hyperthermie. Het is
daarbij niet mogelijk de zweetproductie nog verder op te voeren en door de
pyrogenen staat de thermostaat op een hoger niveau. Intensieve
sportbeoefening onder deze omstandigheden kan leiden tot een anhydrotische
hitte uitputting. Ook vormt intensieve sportbeoefening tijdens warmte door
patiënten die Lithium gebruiken, een verhoogd risico. In het verleden is
wel eens gewezen op de risico's van het gebruik van sauna na intensieve
sportbeoefening. Door de sterke perifere dilatatie, toename van
hartfrequentie en veranderingen in systolische en diastolische tensie zou
dit een cardiaal risico betreffen. Hoewel elektrocardiografisch hierbij
vaak veranderingen, duidend op myocardiale ischemie aantoonbaar zijn,
dienen de waarschuwingen voor een dergelijk risico bij een verder gezonde
persoon niet overdreven te worden. De gevolgen voor het verlies aan water,
mineralen en spoorelementen door de combinatie sauna en duurinspanning
kunnen echter aanzienlijk zijn.

6. Het lokale koudeletsel

Tegen de wind in fietsend, voelt het altijd kouder aan door de zo geheten
windchill-factor Tijdens de kou is er een groot verlies aan warmte in de
extremiteiten, door de sterke doorbloeding, en via het onbedekte hoofd,
waar een hoge huidtemperatuur wel in stand kan worden gehouden. Voeten,
handen, oren, neus, kin en wangen zijn de plaatsen waar zich bevriezing kan
voordoen. Dat betreft weefselnecrose door ijskristallisatie en
vasoconstriktie. Bij de eerste graads bevriezing ontstaat een witte plek.
Blaren, vaak hemorrhagisch, duiden op tweede graads bevriezing. Bij derde
graadsbevriezing treft men diepe necrose, na verloop van tijd scherp
afgegrensd van de omgeving, ook wel gangreen geheten. Het eerste
verschijnsel van bevriezing is pijn, die overgaat in gevoelloosheid.
Koudeletsels kunnen ook zonder bevriezing ontstaan door koud water. Te
denken valt aan het langdurig rijden in regenachtig weer net boven nul
graden C met knellende schoenen en zonder de bescherming van overschoenen.
In minder ernstige gevallen krijgt men koude pijnlijke voeten, krampen en
oedeem, bij ernstige gevallen ontstaan blaren en gangreen, de
loopgraafvoet. Behandeling bestaat uit verwarmen van de aangedane plek door
wrijven met de hand over de schoen en later thuis opwarmen met warm water,
wat vaak pijnlijk is. Een wielrenner die het gevoel heeft dat zijn voeten
bevriezen dient nooit zijn schoenen uit te doen, want hij zal ze niet meer
aan kunnen krijgen! Het is van belang om in een dergelijke situatie van de
fiets te gaan om de voeten warm te lopen. Bij blaren mag niet gewreven
worden. Na ontdooien in warm water ontstaat vaak reaktief oedeem. Bij
blaren hebben corticosteroiden geen effekt. Tetanusprofylaxe, antibiotica
en analgetica zijn echter wel aangewezen. Ernstige letsels dienen in het
ziekenhuis behandeld te worden. Eventueel kunnen oogklachten behandeld
worden met lokale anesthesie (oxybuprocaine). Preventief zijn een goede
vocht en voedingstoestand en uiteraard een aangepaste kleding.

7. Schimmelinfecties

Schimmelinfecties komen bij sportenden vaak voor. Herhaald intensief
trainen kan de algemene afweer verlagen en daardoor de toegankelijkheld
voor mycosen vergroten. De met de inspanning gepaard gaande hyperhidrosis
leidt tot een rijkelijk met vocht doorweekte hoornlaag en daardoor tot een
verlaagde lokale afweer. Schimmels zijn n.l. erg gesteld op de consumptie
van verhoornd weefsel. Persoonlijke hygiëne, huisdieren en kleding kunnen
meespelen. Bij verdenking op een mycose kan met eenvoudig microscopisch
onderzoek (een Kaliloog oplossing met Dimethyisulfoxide) een
schimmelinfectie worden aangetoond. Hoewel het begrip ringworm als
benaming voor sommige Schimmelinfecties is ingeburgerd, kunnen de
verschijnselen zich voordoen als erythematosquameuze, vesiculeuze,
pustuleuze, crusteuze of nodulaire aandoeningen. Er worden verschillende
vormen onderscheiden. In de lies komt voor Tinea Cruris (of Inguinalis),
een erg jeukende, vaak hardnekkige infectie, meestal T.rubrum, waarbij de
voeten nogal eens als bron fungeren. De aandoening dient gedifferentieerd
te worden van erythrasma en candida-infectie. Behandeling met een
imidazolderivaat eventueel i.c.m. een corticosteroid zoals Daktacort crPme.
Het gebruik van scherpe zeep dient vermeden te worden. In aanmerking komen
pH 5 Eucerine zeep, Sebamed en Sporexzeep. Aan de voet komt voor Tinea
Pedis. Ook hierbij is T.rubrum meestal de verwekker. De bestemming is
i.t.t. wat er vaak van gedacht wordt, nauwelijks overdraagbaar naar
anderen. Soms zijn ook de nagels betrokken bij de infectie.
Gedifferentieerd dient te worden met contacteczeem en psoriasis. We
onderscheiden 3 typen. Het droge schilferende mocassin type, is vaak
recidiverend. Het interdigitale type, een chronische vorm, vertoont vaak
acute exacerbaties met secundaire bacteriële infecties vanuit de
gemacereerde huid, de bekende stinkvoeten. Het vesiculeuze type komt voor
aan de voetzool, en heet ook wel het eczema mycoticum. De eerste en de
laatste vorm is goed lokaal te behandelen met imidazolderivaten, bij
hardnekkige gevallen oraal Itraconazol (Trisporal) of Terbinafine
(Lamisil). Het interdigitale type, behandelt men in de acute fase, gepaard
met een zich uitbreidende cellulitis, met natte omslagen, afgewisseld met
voetbaden met permanganaat of gentaanviolet, in combinatie met oraal
antibiotica bij secundaire bacteriële infectie. Na genezing hiervan moet
dan nog nabehandeld worden met een antimycotische poeder b.v. Miconazol. Op
het bovenste deel van de thorax komt Pityriasis Versicolor voor.
Verschijnselen hierbij zijn kleine, grillige, rode vlekken in het voorjaar,
die i.t.t. de omgevende gezonde huid o.i.v. het zonlicht niet pigmenteren,
waardoor in het najaar het vitiligo-achtig aspect opvalt. Behandeling met
Selsun, voor de nacht op de huid smeren en na 12 uren eraf wassen. Dit na
een week herhalen. Bij hardnekkige gevallen lokaal Ketoconazol (Nizoral)
of oraal Itraconazol (Trisporal), 1 dd 200 mg gedurende 1 week.

8. Huidverwondingen

Een gewone schaafwond mag ruim gejodeerd worden, maar een open wond dient
niet met jodium maar b.v. wel met Dettol behandeld te worden. Jodium is
veel toxischer en kan blijvende verkleuring veroorzaken. Tot een correct
wondtoilet behoort het verticaal bijsnijden van de wondranden, het spoelen
met fysiologisch zout en het verwijderen van corpora aliena. Bij het
hechten dient de Friedreichse periode (binnen 6 tot 8 uur na het ongeval)
in acht genomen te worden. Laesies aan het gelaat of aan de handen en
diepere verscheuringen, evenals complicaties door zenuw- of
peesbeschadiging dienen door de plastisch chirurg hersteld te worden. Bij
voorkeur hecht men overeenkomstig "the lines of minimal tension". Ook
dienen de afstanden tussen de steekopeningen gelijk te zijn en worden bij
voorkeur Donaty-hechtingen bij diepere wonden uitgevoerd. Hechtingen in het
gelaat worden na 5 tot 7 dagen, op andere plaatsen na 7 tot 10 dagen,
verwijderd. Een tetanus toxoid rappel volstaat indien eerdere
(rappel)vaccinatie langer dan 1 jaar, maar korter dan 15 jaar geleden
plaats vond. Tetanus-immuunglobuline i.c.m. volledig toxoid indien het
langer dan 15 jaar geleden, nooit of onvolledig plaatsvond. Vooral
indifferente gazen (Optule), hydro-colloVd verband (Duoderm, Comfeel en
Cutinova) en elastisch netverband maken het gemakkelijker sportbeoefening
te hervatten. Een “gele wond” moet gespoeld worden met fysiologisch zout,
vervolgens absorberende gazen met Eusolparaffine of Betadinejodium-gaas,
evt. bij diepere, vochtige wonden Duoderm Hydrogel. Op de wondranden
zinkolie en dan afdekken met non-woven gazen-verband. Verband dan fixeren
en per 2 B 3 dagen vernieuwen en wondinspectie. Als de wond minder
exsudatief en oppervlakkiger wordt, de zogeheten “rode wond”, bestaat de
behandeling van een nattende wond uit Sorbsan of 3M Tegagen. Als
alternatief indifferente zalfgaas, evt. met Solcoseryl. Op de wondrand
komt zinkolie, en dit afdekken met absorberend non-woven gaasverband en
fixeren. Bij een weinig nattende wond, moet de aanmaak van wondvocht
gestimuleerd worden met hydrerende wondbedekking, zoals hydro-colloVd
verband of Hydrogel (b.v. Visigel) en dan fixeren. Gebruik van wondsprays
dient ontraden te worden. Een nadelig gevolg op langere termijn betreft
het ontstaan van keloid, een hypertrofie van het litteken.
Behandelingsmogelijkheden daarvan zijn lokaal corticosteroVden, lokale
compressie, cryotherapie en eventueel plastisch chirurgisch.

9. Kleding en schoeisel

Een fleurige wielerkleding behoort tot de kick van deze sport. Daarnaast
kan de kleding bij hogere snelheid een rol spelen bij de aerodynamiek van
de voortbeweging. Kyle berekende een winst van 14 seconden op een tijdrit
van 40 km. Primair echter dient zij ter bescherming en tegen afkoeling ten
tijde van koude en natte weersomstandigheden. Ook de absorptie van
transpiratievocht is belangrijk. In de zomer om voldoende afkoeling te
garanderen, in de winter om verdere afkoeling tegen te gaan. Een slechte
absorptie van transpiratievocht leidt bovendien tot een verhoogd risico op
Schimmelinfecties. Kleding kan ons ook beschermen tegen het felle
zonlicht. Niet zelden leidt het 's zomers met ontbloot bovenlijf fietsen
tot ongerief en ziekte. Lucht in de mazen van het textiel isoleert tegen
afkoeling. Indien het echter te nat wordt, dan verliest het deze functie
en afkoeling treedt dan wel op. Daarom nemen renners vaak een regenjackje
op hun tocht mee. Nadeel daarvan is dat deze vaak slecht ventileren.
Thermodress jacks met "ademende stof" zoals Gore-tex, MPC en Poray-2000
laten wel het transpiratievocht passeren, maar bieden ook een goede
bescherming tegen vocht van buiten. Dergelijk jacks kosten vaak minimaal
300 gulden. De synthetische samenstelling van de “snelle pakken” versterkt
de hyperhidrosis en natheid van de huid. Een onderhemd van katoen
absorbeert veel beter. Een polypropyleen visnetachtig hemd (thermomesh)
laat de huid droog, waarbij het transpiratievocht naar het zweethemd
passeert. Ook in verband met de absorptie verdienen wollen of katoenen
sokken de voorkeur boven acryl. Na een tocht door regen, de schoenen
volproppen met papier kan een schimmelinfectie besparen. Konopka
adviseerde vroeger om een kleine maat schoenen te kopen, voor de eerste
trainingsrit ermee in een emmer lauw water te stappen en met deze natte
schoenen op pad te gaan. Dat advies stamde uit de tijd van de echte leren
schoenen en nu met kunststof is dat zinloos en zelfs te ontraden. Als
wielren schoenen te groot zijn, krijgt de voet te veel speling. Dit gaat
dit ten koste van de efficiëntie van de trapbeweging en er ontstaan blaren.
Eventueel kun je dit compenseren met een sportzooltje. Als ze te klein
zijn, ontstaan er pijnlijke drukpunten, m.n. bij de tenen of je krijgt
kramp in de voeten. Bij het dragen van steunzolen zul je dus ook rekening
moeten houden met de extra ruimte die deze correcties vergen. Trek veters
of sluiting niet te strak aan. Daar ter plaatse op de wreef ontstaat bij te
strakke sluitingen een ontsteking van de pezen. Ook ter hoogte van de
hielrand van de schoen ontstaat een irritatie aan de achillespees indien
de schoenhiel te hoog of te strak zit. Deze ontstekingen kenmerken zich
door een wat warmer, iets gezwollen gebied en de pijn neemt toe na aandoen
van de schoenen. Krampen in de voet kunnen ook veroorzaakt worden door een
verkeerde afstelling van de voetplaatjes. Omdat tijdens het fietsen de
bloedafvoer gedeeltelijk stagneert, kan dit aanleiding geven tot een
pijnlijk, branderig gevoel onder de voet. Dit is soms te voorkomen door wat
luchtgaatjes in de schoenen. Idealiter loopt de as van het pedaal ter
hoogte van het MCP gewricht, dat is ter hoogte van de basis van de grote
teen. De winterkleding is sterk afhankelijk van de strengheid van de
winter. Ook in vrieskou is trainen mogelijk. Een bivakmuts,
skihandschoenen, 2 zweethemden, een wielertricot met lange mouwen, een
thermojack of gewatteerd ski-jack, 2 lange trainingsbroeken over de
coursebroek, lange wollen sokken en overlaarzen geven een carnavalesk, maar
ook voldoende isolerend effect. Vaak ziet men amateurs midden in de zomer
in een lange broek trainen. Dit lijkt zinvol omdat door de versterkte
huiddoorbloeding de afvoer van afvalstoffen van de voorafgaande wedstrijden
door de verbeterde circulatie gestimuleerd kan worden. Handschoenen dienen
ter polstering en bescherming bij een val. Slechts een gesloten helm met
dempschaal geeft voldoende bescherming tegen hoofdletsel. Een linnen petje
is vooral belangrijk bij fietsen in de brandende zon.

10. Dermatologica

Vaselinezalf en Eucerine anhydrosum kunnen een bescherming bieden tegen kou
en maken een ruwe huid wat soepeler. Het insmeren met rubefacienta,
"stinkzalf", behoort tot het gangbare ritueel in het wielerpeloton. De
meeste preparaten bevatten een salicylaat, nicotinezuur, histamine,
menthol of een combinatie. Hyperemie van de huid is het bereikte effect,
maar soms komen overgevoeligheidsreakties voor. Als we de achtergronden
van de thermoregulatie nog eens in overweging nemen, dan is het gebruik
ervan mogelijk alleen zinvol onder klimatologisch gematigde omstandigheden.
Bij koud weer leidt het tot een verhoogd warmteverlies en afkoeling. Bij
erg warm weer schieten de fysiologische aanpassingsmogelijkheden van
vasoconstrictie door toediening van deze rubefacienta te kort. Dit
veroorzaakt dan een daling van de prestatiecapaciteit. Bij warm zonnig weer
is het verstandiger de benen alleen met zonnebrandolie in te smeren Het
therapeutisch gebruik van corticosteroidzalven/crPmes zal bij gematigd
gebruik geen problemen bij de dopingcontrole opleveren.

11. Samenvatting

De huid staat bij regelmatig sporten ten prooi aan vele invloeden. Er
wordt een verhoogd beroep gedaan op de warmteregulatie, middels variatie in
watergehalte van de weefsels, doorbloeding van de huid en zweetsecretie.
Fysische begrippen als straling, convectie, verdamping en conductie spelen
daarbij een belangrijke rol. Slechte hydratie en ongetraindheid betekenen
een verhoogd risico op zonnebrand, zonnesteek, hyperthermie en
warmteberoerte. Enkele dagen acclimatisering aan nieuwe klimatologische
omstandigheden is noodzakelijk om problemen met de warmteregulatie te
voorkomen. Uitdroging van de huid en schimmelinfecties kunnen door
sportbeoefening veroorzaakt worden. Koudeletsels zijn vaak een gevolg van
insufficiënte kleding. De mythe betreffende de werking van massagezalf
heeft nog veel gelovige aanhangers. Verwondingen vereisen een adequate
aanpak. Kleding, vochttoestand en persoonlijke hygiëne kunnen er toe
bijdragen dat de huid onder al deze veeleisende omstandigheden stand houdt.

--
T.C.Verheij, huisarts
Sonsbeekweg 30
6814 BC Arnhem
http://home.worldonline.nl/~tcverhey

Peter van Rossum

unread,
Mar 3, 1998, 3:00:00 AM3/3/98
to

Beste Ton,

Met goede moed begin ik elke keer weer aan je veelbelovende
bijdragen, betreffende sportblessures en ander ongemak.
Echter, na een aantal regels moet ik toch afhaken, vanwege de
breedsprakerigheid en vakjargon.
Hier volgt een aantal goede, welgemeende tips om de leesbaarheid
(en daardoor het effect) van je stukjes te verhogen:
1) Geef een korte beschrijving van de aandoening of
blessure.
2) Geef een beknopte opsomming van mogelijke oorzaken.
3) Geef aanbevelingen om kwaal te bestrijden.
4) Geef adviezen om kwaal in de toekomst te voorkomen.
Dit alles in normaal, beknopt nederlands, zonder vakjargon.

Nogmaals, veel waardering voor je bijdragen. Ga door!

--
Peter van Rossum PVANR...@COMPUSERVE.COM
"Tussen droom en daad staan wetten in de weg en practische
bezwaren...". Willem Elsschot

A.H. van Liere

unread,
Mar 13, 1998, 3:00:00 AM3/13/98
to

In je artikel staat een vermelding over steenpuisten.
Ik kan dit echter niet terugvinden.
Kun je hier wat meer over vertellen, wat betreft oorzaak en remedie?
--
Met vriendelijke groet,

Annette van Liere,
Enschede, NL
eMail: Li...@horn.iaf.nl

Fons Moors

unread,
Mar 15, 1998, 3:00:00 AM3/15/98
to

Zeker geen wasverzachters gebruiken . Gebruik van azijn werkt ook als
wasverzachter.

f.m

Mr Mongoose

unread,
Dec 6, 2023, 8:37:11 AM12/6/23
to
Zoals u weet, wordt de huid tijdens het sporten ook blootgesteld aan zware belastingen. En hier is het belangrijk om de juiste professionele zorg te kiezen. De https://skinlist.nl/pages/consultation zal u helpen om dit probleem aan te pakken. In de online service kunt u niet alleen hoogwaardige cosmetica kopen, maar ook advies krijgen van een professionele schoonheidsspecialist.
0 new messages