Dag,
Dat kan ik beamen. Ik heb in 2022-2023 temperatuurmetingen gedaan binnen en buiten houten gierzwaluwkasten, op diverse plekken. Ook in Wolfheze bij Gerard en Margien Redeker. Zij hadden alleen witte kasten aan het huis, zowel met alleen houten daken als met daken met extra purschuim als isolatie 9ook wit). Daar heb ik een bruine kast bijgehangen. Alle kasten waren bezet. De witte kasten bleven gemiddeld 5 graden koeler dan de bruine kast. De extra geisoleerde daken zorgden voor nog een extra 2 graden lagere binnentemperaturen. Dit waren kasten die in de middag in de zon kwamen te hangen. De kolonie bestaat uit zo'n 25 kasten en al zo'n 25 jaar. Er wordt succesvol gebroed, ook in warme jaren.
Deze resultaten heb ik uitvoerig besproken met Dick Newell en andere mensen uit de UK op de internationale gierzwaluwconferentie in Trieste. Men zou dit dus moeten weten in de UK.
Het ene jaar kan het in een kast die (deels) in de zon hangt te warm zijn, het andere jaar kan het in een kast in de schaduw op het noorden te koud zijn. Het gaat erom dat paartjes niet te vaak en niet meerdere jaren achter elkaar een mislukt broedsel hebben, want dan gaan ze een andere plek zoeken (en is de aanwas aan jonge gierzwaluwen natuurlijk te laag om de populatie in stand te houden). Dus kasten bij voorkeur onder dakranden of aan de schaduwzijde van een gebouw. Maar een kast op het oosten onder een dakrand die (vroeg) in de ochtend zon krijgt, is dus echt geen probleem, ook al is die bruin. En een groene omgeving helpt natuurlijk ook heel veel, dat voorkomt het extra opwarmen in een stedelijke omgeving (het Urban Heat Effect).
Over telmethoden kan ik kort zijn: zowel in de UK als in Nederland zijn de telmethoden niet echt geschikt om aantallen gierzwaluwen nauwkeurig te tellen. Er zijn wel nieuwe methoden, maar die worden niet gebruikt.
Groeten,
Rick