


Evaluatie SMP corporatie Leystromen in Brabant
In maart 2025 verscheen een evaluatie van de resultaten van het SMP van woningcorporatie Leystromen met ca. 10.000 woningen in Brabant, aan de zuidkanten van Tilburg. 85% daarvan staat in Gilze, Rijen, Hilvarenbeek, Goirle en Oisterwijk. Het SMP, opgesteld en geëvalueerd door adviesbureau Arcadis, was 5 jaar van kracht. Elke 5 jaar is er gemonitord, na een nulmeting in 2018/2019 (in alle gebieden waar t/m 2024 gerenoveerd werd) en alle resultaten zijn nu samengevat in dit rapport.
In de SMP-gebieden waar gerenoveerd is, zijn totaal 2.345 gierzwaluwkasten of neststenen geplaatst. Dat is 12% meer dan volgens de compensatieverhouding 1:3 volgens de voorschriften uit het Kennisdocument gierzwaluw. Drie maal de 698 nesten die de nulmeting in 2019 opleverde en die door de renovatie verdwijnen zou 2.094 zijn. Aan dat positieve saldo wordt veel aandacht besteed maar meer is, zeker bij gierzwaluwen, beslist niet altijd ook beter. Er zijn 2.610 voorzieningen voor de huismus en 1.642 voor vleermuizen geplaatst.
Over de omvang van de zoekinspanning bij de nulmeting en de monitoring is het verslag erg sober. Er is voor 'kwantitatief onderzoek' 3x onderzoek gedaan in het broedseizoen en eenmaal 'kwalitatief onderzoek' in juni. De twee typen onderzoek worden niet omschreven of gedefinieerd. Op alle steekproeflocaties drie avonden een uur posten? Daar moeten heel wat mensen voor in de been zijn geweest. Of betrof het een quick-scan achtige zoektocht naar giervluchten en een schatting op basis van aantallen vogels?
De woningstichting krijgt ook een groen vinkje voor de trendontwikkeling. Die wordt voor de gierzwaluw op basis van (erg schaarse) MUStellingen in het gebied toch "stabiel" genoemd (landelijk matig afnemend). Daarbij wordt aangenomen dat deze telling van rondvliegende vogels een betrouwbare maat is voor "de populatie". Daar bestaan echter flinke twijfels over.
Bij de monitoring van aantallen bezette kasten werden jaarlijks als steekproef voor het totale bestand 5 complexen van 4 complexgroepen onderzocht. Die vier groepen omvatten ca. 9% van het totale SMP-woningbestand. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zekere en onzekere nesten. Onzeker als die ook van een andere vogelsoort zou kunnen zijn, huismus, mees of spreeuw. Wat het criterium voor een zeker nest is wordt niet aangegeven (p. 32). Omdat bezettingsresultaten per project zeer uiteen kunnen lopen vraag ik mij af of deze steekproef voldoende is voor een betrouwbaar totaalresultaat.
Het derde groene vinkje betreft de toename van het broedbestand: "sterke toename, positieve trend".
In de complexgroepen A t/m D met 702 gierzwaluwkasten werden in 2023/2024 totaal 208 gierzwaluwbezettingen (alleen zekere gevallen) gezien, p. 36. Maar op p. 45 is sprake van 157 zekere bezettingen (+ 117 onzekere), volgens fysieke inspectie van 487 kasten (van de 702) met een endoscoop. In 2018 waren er nog maar 43 nesten volgens de nulmeting. Ik heb geen extrapolatie naar het aantal bezettingen in het gehele gebied gevonden. Of bevinden alle renovatieprojecten en 2.345 gierzwaluwkasten zich in de gemonitorde clusters? Dus 8,8% bezetting? In bijna alle complexen is over de vier jaar een geleidelijke toename van het bestand gezien.
Een belangrijke verklaring voor de snelle eerste bezettingen en toename daarna is natuurlijk de aanwezigheid van de 698 door de renovatie dakloos geraakte paartjes. Maar misschien waren het er nog wel meer want bij elke zoektocht naar nesten wordt wel wat, of veel gemist.
++++++++++++++++++++
--
Je hebt dit bericht ontvangen omdat je bent geabonneerd op de groep 'Gierzwaluwen' van Google Groepen.
Als je je wilt afmelden bij deze groep en geen e-mails van de groep meer wilt ontvangen, stuur je een e-mail naar gierzwaluwen...@googlegroups.com.
Ga naar https://groups.google.com/d/msgid/gierzwaluwen/d710d80c-ef2e-4b13-a50f-428cd18b0544n%40googlegroups.com om deze discussie te bekijken.
Ga naar https://groups.google.com/d/msgid/gierzwaluwen/CAPmS6%3DzRNG6CvxKTVr81jpGYtXnEGNUmZmGhQYgX3fV2%3DF%2B62g%40mail.gmail.com om deze discussie te bekijken.
--
Je hebt dit bericht ontvangen omdat je bent geabonneerd op de groep 'Gierzwaluwen' van Google Groepen.
Als je je wilt afmelden bij deze groep en geen e-mails van de groep meer wilt ontvangen, stuur je een e-mail naar gierzwaluwen...@googlegroups.com.
Ga naar https://groups.google.com/d/msgid/gierzwaluwen/6abc27e3-0d4a-421e-b81e-dfcbca71c559n%40googlegroups.com om deze discussie te bekijken.
Ga naar https://groups.google.com/d/msgid/gierzwaluwen/CAEMufw48Lwc0GX%3D3h3HYJCZmL59o%2BNQ%3DMa5crbu_sfX-owwAYg%40mail.gmail.com om deze discussie te bekijken.
Ga naar https://groups.google.com/d/msgid/gierzwaluwen/CAPmS6%3DzsekNOb6Xj6qAeowntTQ4g1ZbFAObm3VQQoH1P1Gh-Ow%40mail.gmail.com om deze discussie te bekijken.
Ga naar https://groups.google.com/d/msgid/gierzwaluwen/CAEMufw5fX5LpinvLCQD2YNEeN_VB-PYuKCxi7_6KifWQarGNeg%40mail.gmail.com om deze discussie te bekijken.
In de intensief onderzochte complexen is het aantal gierzwaluwnesten in de looptijd van het SMP opgelopen van 43 in 2018-2019 tot 208 in 2023-2024. Dit is een duidelijk significante toename van het aantal gierzwaluwnesten. Van deze nesten is in 2023-2024 41 op een 'natuurlijke' nestplaats (nagenoeg gelijk aan het aantal in 2028-2019) en 167 in ingebouwde gierzwaluwkasten (zie tabel hieronder). Omdat het aantal in natuurlijke nestplaatsen stabiel is, kan de stijging van het aantal nestplaatsen geheel worden toegeschreven aan het aanbieden van extra nestruimte door het natuur-inclusief renoveren tijdens het SMP Leystromen. In 2023-2024 broedde 85% van de gierzwaluwpopulatie in de onderzochte complexen in inbouwkasten.
De representativiteit van de gemonitorde clusters A-D leidt tot de veronderstelling dat de hier gevonden stijging van de populatie ook voor de andere gerenoveerde complexen van Leystromen geldt. De provinciale trend van de gierzwaluw is 'stabiel'; een stijging van het aantal broedparen in de onderzochte complexen (met een factor 5) is een significante positieve afwijking ten opzichte van de provinciale populatietrend. Daar komt nog bij dat de natuurlijke nestplekken veelal onder dakpannen zitten, waarvan bekend is dat deze plekken in warme zomers te heet worden, en dat de inbouwkasten klimaatrobuuster zijn, waardoor het broedsucces er hoger zal zijn dan onder de dakpannen.
Hiermee kan gesteld worden dat aan de eis van het bevoegd gezag (geen achteruitgang van de populatie) voor de gierzwaluwen ruim voldaan is. Bovendien is ook het doel van het SMP (namelijk een boost geven aan de populaties van beschermde soorten die door renovaties kunnen worden bedreigd) voor de gierzwaluw behaald.
Ik heb de update ook hier neergezet: KNNV werkgroep Gierzwaluwen: