Elk jaar blijft hier in Arcen wel leegstand van geschikte nestplekken op goede locatie, dit bij een erg grote toestroom van vogels. Op het eerste gezicht een zichzelf tegensprekende waarneming, want er zijn veel zoekende vogels bij maar weinig vrije nesten. In de mensenwereld zou leegstand dan zelden lang duren, maar in de wereld van de gierzwaluw blijven zulke objecten vaak jarenlang leeg.
Welk fenomeen veroorzaakt hier leegstand en voorkomt dat gierzwaluwen tot ogenblikkelijke bewoning overgaan? De verhouding 'zoekende' vogels ten opzichte van leegstand is immers 10:1. Dus op elk onbenut leegstaand nest komen ca. 10 'zoekvogels'. Om dit beter te begrijpen moet men beseffen dat er daarbij fysiek 10 min of meer gelijkwaardig sterke confliktpartijen zijn, die intimiderend, belemmerend en verlammend op elkaar inwerken.
Dit conflicterend overschot aan gelijkwaardig zoekende vogels komt gedurende vele broedweken in nauw contact met de lege plekken maar durft er geen van allen gebruik van maken. Het lijkt alsof de begeerde leegstand, waar zoveel ogen op gericht staan, gelijktijdig een patstelling bewerkt. Geen van de aanwezige solitaire zoekvogels durft de gevaarlijke fysieke confrontatie aan met vergelijkbaar sterke concurrenten door - alleen - als eerste op monofone wijze deze plek te claimen. Met mogelijk onvermijdelijke beschadiging van hun aerodinamische kapitaal, als gevolg van een gevecht met 9 mededingers. Dat beeld schrikt zeer waarschijnlijk af.
Coalitie
De meeste kans op inname en verdediging van leegstaand en gemeenschappelijk begeerd vastgoed maken gelieerde vogels. Koppels die reeds gedurende de zoekfase - ook zonder nest - een zeer sterke band hebben opgebouwd en op elkaars fysieke bijstand kunnen rekenen. Alleen samen zijn zij bij machte om hun aanspraken luidkeels en polyfoon te verdedigen.
Dit fenomeen van overwicht via initiële partner-alliantie zag ik dit jaar gedurende de prille ochtenduren in mei. Een nieuwe nestplek in de bodemplaat van een begeerde plek (door meerdere elkaar beconcurerende solitaire vogels) werd toen door twee vogels met een vooraf gevestigd partnerschap in verrassend korte tijd ingenomen.
Samen sterk
In tegenstelling tot beschrijvingen waarin een 'nieuwe' nestvogel na keuze van een plek daarna pas op zoek gaat naar een partner, waren hier van meet af aan twee broedpartners ter verdediging van hun keuze actief. Dat maakt sterk, het snelle duet bezegelt de definitieve inname. Gierzwaluwen schijnen het duet als een virtueel deurslot te respecteren.
Kort daarna kwam het tot een succesvol broedsels met tenminste twee waargenomen jonkies.
Conclusie:
Initiële partnerschap voorafgaand aan een nestkeuze is een werkzame strategie om patstellingen bij aanwezigheid van grote aantallen solitair zoekende gierzwaluwen aan het front van gemeenschappelijke begeerte te doorbreken.
M.v.g.
Harm Peeters
Arcen