Om over die nestkuiltjes in te pikken. Die werden door Erich Kaiser gebruikt om de gierzwaluwen zo diep mogelijk in zijn zolder te krijgen zodat hij ze kon zien. Anders bleven ze in de tunnel naar het nestbakje steken en was hij eraan voor de moeite. Elke dag verschoof hij het kommetje totdat het juist onder zijn fietslichtje terechtkwam.
Ik ben er 10 jaar geleden ook geweest en het was een hele ervaring om al die gierzwaluwen zo live te zien.
Die nestkuilen zorgen er blijkbaar voor dat de gierzwaluwen zonder nestmateriaal direct kunnen broeden. Een platte nestkastbodem is eigenlijk geen natuurlijke situatie. Ik kan me voorstellen dat er in rotsen en boomholtes, in stellinggaten, onder vensterbanken etc een hoop steengrid of houtresten als nestmateriaal kan gebruikt worden. En we weten allemaal dat ze voortbouwen op andere generaties, net zoals de mens dat doet. Ik heb hier weet van holtes die wel 35 jaar lang gebruikt geweest zijn. Dus oude nesten.
Ik vind die kuiltjes echter compleet onnodig in cameranestkasten. Wat is het doel van een cameranestkast ? Toch leren wat er in de andere holtes allemaal kan gebeuren toch?
We zijn toch geen kippenkwekerij ?
Sinds enkele jaren reinig ik mijn enige camerakast niet meer. Ik laat de luisvliegen gedijen en als er een kuiken uit het nest valt, is dat hard om te zien, maar dat is de natuur. En inderdaad, ik zie dat ze constant (zeker in mei) jeuk hebben en zich krabben, maar dat gebeurt in de 29 andere kasten, waar ik ook nooit tussenkom, ook. En nadien valt die activiteit van de luisvliegen stil, zeker als de jongen geboren worden, dan concentreren ze zich op hen.
Ik heb wel deze lente een spinnenweb moeten weghalen die het zicht op het nest belemmerde. Ik deed de kast open en een grote dikke Steatoda die zich tegen het deurtje had gehouden, viel eruit. Op de vloer van mijn kamer spatte ze uiteen (er kwam "water" uit). Spijtig, want die kogelspinnen (familie van de Zwarte weduwe) hebben zeer sterke "cheliceren" (even opgezocht), monddelen die naar mijn mening ook luisvliegen kunnen doden. Dus daar stond ik dan, een bondgenoot van de gierzwaluwen dood.
Zo heb ik dit jaar kunnen zien hoe de gierzwaluwen een bestaand natuurlijk nestkuiltje niet meer bezet hebben nadat ze twee jaar na elkaar er een jong door verloren hebben. Het nest was op de ene of ander manier gekrompen of te diep ik weet het niet. In alle geval te klein. Feit is dat ze niet van het nest van de koolmezen gebruik gemaakt hebben (die hadden er verleden jaar iets in begonnen en werden door de gierzwaluwen onmiddellijk verjaagd), maar gewoon naast het oud nest zijn beginnen broeden. De eerste keer dat ik weer een ei naast het nest zag liggen, was mijn reactie : eruit halen en in het oorspronkelijk kommetje leggen ! Heb dat dus niet gedaan en gelukkig maar, want het was helemaal niet de bedoeling van het vrouwtje. Je moet ze dus niet onderschatten. Blijkbaar leren ze ook uit ervaring of voelt het vrouwtje gewoon dat het nestkommetje niet (meer) geschikt is. Ze heeft drie eieren gelegd. Eén erg jong kuiken is weer uit de (onbestaande) nestkom gesukkeld, maar de twee andere kuikens zijn uitgevlogen.
Nu heb ik een nestkast met drie nestkommen in plaats van één vervelende, kale kunstnestkom.
Dus ik pleit voor een natuurlijke gang van zaken. Probeer iets te leren uit de camera. Grijp niet in. Hoe moeilijk ook. Want anders gaan we nooit weten wat er in alle andere nesten (en dat zijn er veel in Europa) kan gebeuren. Het zijn geen kippetjes of huisdieren, het zijn wilde dieren, net zoals een bever of een wolf. Laten we dat niet vergeten.
Mvg,
Louis-Philippe.