http://zoeken.rechtspraak.nl/weekoverzicht/default.aspx?details=true&...
LJN: BA7155,Voorzieningenrechter Rechtbank Maastricht ,
118048 / OT RK 07-349 t uitspraak
Datum uitspraak: 12-06-2007
Datum publicatie: 13-06-2007
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig
Inhoudsindicatie: Verzoek van vader tot
ondertoezichtstelling kind (7 jaar) in verband met niet nakomen van
omgangsregeling. Ondertoezichtstelling uitgesproken omdat geestelijke
belangen en gezondheid kind ernstig worden bedreigd, aangezien sprake
is van oudervervreemding/ouderverstoting en aangezien de strijd tussen
de ouders voortduurt en zal blijven voortduren en moeder het kind
informeert op een manier die kind schade toebrengt.
Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 12 juni 2007
Zaaknummer: 118048 / OT RK 07-349
De kinderrechter heeft de navolgende beschikking gegeven in de
zaak met betrekking tot de mi[naam kind]jarige:
[naam kind], geboren te [O.] op [geboortedatum]
kind van:
[naam vader],
wonende te [O.],
verzoeker, verder te noemen de vader,
procureur mr. D. Dronkers,
en
[naam moeder], wonende te [adres],
verder te noemen de moeder,
procureur mr. F.G.F.M. Tripels.
1. Verloop van de procedure
Op 9 maart 2007 heeft de vader een verzoekschrift met bijlagen
ingediend, daartoe strekkende dat de ondertoezichtstelling van zijn
dochter [naam kind] wordt uitgesproken.
De zaak is behandeld ter zitting van 29 mei 2007, tijdens welke
behandeling de raadsvrouw van de moeder een pleitnotitie heeft
overgelegd, tevens houdende verzoeken tot wijziging van een
omgangsregeling en van een informatieplicht.
2. Beoordeling
Ten aanzien van de verzoeken tot wijziging van een
omgangsregeling en informatieplicht.
De kinderrechter zal de moeder niet ontvankelijk verklaren in
beide verzoeken.
Daargelaten de vaststelling dat de bij pleitnota gedane
verzoeken niet voldoen aan de bepalingen van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering en aan de regels van het Procesreglement
Familierecht Rechtbanken en daargelaten de vaststelling dat de
belanghebbenden volledig overvallen zijn met deze ter zitting gedane
verzoeken, oordeelt de kinderrechter dat geen sprake is van gewijzigde
omstandigheden noch kan worden geconstateerd dat bij het nemen van de
betreffende beslissingen is uitgegaan van onjuiste of onvolledige
gegevens.
Namens de moeder wordt weliswaar met betrekking tot de
omgangsregeling gesteld dat de wijziging daarin is gelegen dat de
omgang niet (langer) in het belang van [naam kind] is, maar deze
stelling is volstrekt niet onderbouwd.
Ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de
informatieplicht worden zelfs niet eens gronden aangevoerd, zodat de
kinderrechter de moeder ook in dit verzoek niet ontvankelijk zal
verklaren.
Ten aanzien van het verzoek tot ondertoezichtstelling van de
minderjarige:
De vader heeft verzocht [naam kind] onder toezicht te stellen.
Als grond voor de ondertoezichtstelling voert de vader aan dat diverse
procedures tot het verkrijgen van omgang niet ertoe hebben geleid dat
[naam kind] en hij omgang met elkaar hebben. De vader stelt dat het
apert in strijd is met het belang van [naam kind] dat geen omgang
plaatsvindt, waardoor [naam kind] in haar zedelijke of geestelijke
belangen en/of gezondheid ernstig wordt bedreigd; andere middelen ter
voorkoming hiervan hebben gefaald en, naar te voorzien valt, zullen
ook falen. De omstandigheid dat de moeder vader stelselmatig weghoudt
van [naam kind] kan niet anders dan tot psychische schade bij het kind
leiden. Volgens de vader is de ondertoezichtstelling noodzakelijk,
opdat de te benoemen gezinsvoogd de moeder aanwijzingen tot het
invullen van de omgang kan geven; daarnaast zou de gezinsvoogd erop
moeten toezien dat de moeder aan [naam kind] helder en adequaat uiteen
zet wat de positie van de vader ten opzichte van het kind is.
Stelselmatig het kind afhouden van haar natuurlijke vader kan niet
anders dan fnuikend zijn voor haar geestelijke en emotionele
ontwikkeling.
De moeder stelt dat tijdens de kortdurende relatie met de vader
haar eigen veiligheid en de veiligheid van [naam kind] voortdurend in
gevaar zijn gekomen. Geestelijke manipulatie en bezittingsdrang hebben
steeds een rol gespeeld. Ook was sprake van fysiek geweld.
De relatie werd beëindigd toen [naam kind] enkele maanden oud
was; van family life was dan ook nauwelijks sprake. Inmiddels heeft de
moeder [naam kind] zelf verteld wat haar status is. [naam kind] weet
nu dat de man die zij beschouwt als haar vader niet haar biologische
vader is. [naam kind] weet dat zij, wanneer zij maar wil, kennis kan
maken met haar biologische vader, maar [naam kind] wil dit absoluut
niet. Gedwongen omgang is vaak schadelijk voor een minderjarige. De
moeder meent daarom dat het verzoek tot ondertoezichtstelling dient te
worden afgewezen, ook al omdat het faciliteren van een omgangsregeling
niet tot de taak van een gezinsvoogd behoort.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft ter zitting verklaard
dat het heel erg is voor [naam kind] dat zij niet in staat is om
contact met haar vader te hebben. De Raad wil meedenken om ervoor te
zorgen dat [naam kind] toch een vaderbeeld krijgt, maar de Raad kan nu
geen oplossing bieden omdat alles wat gedaan kan worden al gedaan is
zonder succes.
De kinderrechter overweegt dat uit de overgelegde stukken en uit
het verhandelde ter zitting valt af te leiden dat [naam kind] en haar
vader sinds circa oktober 2001 geen omgang met elkaar hebben. Ondanks
een in rechte vastgestelde regeling staat de moeder niet toe dat [naam
kind] contact met haar vader heeft en weigert de moeder enige
informatie over [naam kind] aan de vader te geven.
De kinderrechter stelt vast dat de houding van de moeder leidt
tot oudervervreemding c.q. ouderverstoting: zo heeft de moeder
toegelaten c.q. gestimuleerd dat [naam kind] de nieuwe partner van
moeder "papa" noemt; zo stelt de moeder dat een zeer hechte band
tussen haar echtgenoot en [naam kind] bestaat en dat zij samen met nog
drie broertjes/zusjes een hecht gezin vormen, waarin [naam kind]
veilig en gelukkig is en waarbij de moeder dit geluk niet bruut wilde
verstoren omdat zij zelf destijds een verkeerde keuze heeft gemaakt
door met de vader van [naam kind] een relatie te hebben; zo heeft de
moeder [naam kind] jaren lang in de waan gelaten dat haar huidige
echtgenoot de vader van [naam kind] is; zo heeft de moeder [naam kind]
pas zeer recent ingelicht over haar status, maar heeft zij dit
kennelijk gedaan op een zodanige wijze dat [naam kind] geschrokken en
bang is; zo stelt de moeder dat [naam kind] geen enkele band met de
vader heeft en dat de vader een vreemde voor haar is.
De kinderrechter overweegt dat de door de moeder veroorzaakte
oudervervreemding/ ouderverstoting een psychische vorm van
kindermishandeling is en dat [naam kind] in het gezin van de moeder
zodanig opgroeit dat haar geestelijke belangen ernstig worden
bedreigd.
De kinderrechter oordeelt dat [naam kind] hiertegen beschermd
dient te worden.
Verder overweegt de kinderrechter dat de ouders van [naam kind]
al jaren een strijd over de omgang en informatieplicht voeren. Deze
strijd blijft voortduren. Gebleken is dat de moeder [naam kind]
informeert over de rechtzaken en haar kennelijk vertelt dat zij
mogelijk gedwongen wordt tot contact met haar biologische vader. Ten
onrechte vertelt de moeder aan [naam kind] dat zij zelf mag bepalen of
en wanneer zij contact wil. De kinderrechter moet constateren dat
[naam kind] ten gevolge van de manier van inlichten door haar moeder
kennelijk buikpijn krijgt en bang is weggehaald te worden bij haar
moeder en stiefvader.
Gebleken is ook dat de vader zich niet erbij neerlegt dat de
moeder de omgang tegenhoudt. De vader heeft duidelijk gemaakt dat hij
omgang wil.
De kinderrechter stelt vast dat deze strijd zeer schadelijk is
voor [naam kind], dat [naam kind] door deze strijd zodanig opgroeit
dat haar geestelijke belangen en haar gezondheid ernstig worden
bedreigd en dat [naam kind] beschermd dient te worden.
Aangezien andere middelen ter afwending van de bedreiging hebben
gefaald (de vrouw heeft geweigerd mee te werken aan onderzoek door De
Viersprong) en aangezien de Raad heeft gesteld dat zonder succes al
het mogelijke is ondernomen, zal de kinderrechter [naam kind] onder
toezicht stellen.
De kinderrechter ziet het als een taak van de te benoemen
gezinsvoogd het kind buiten de strijd van de ouders te brengen en de
ouders, wellicht middels mediation, ertoe te zetten hun conflict op te
lossen; ook ziet de kinderrechter het als taak van de gezinsvoogd om
[naam kind] op een verantwoorde manier voor te lichten over haar
status en haar kennis te laten maken met haar vader.
3. Beslissing:
Verklaart de moeder niet ontvankelijk in haar verzoeken tot
wijziging van een omgangsregeling en van een informatieplicht.
Stelt voornoemde minderjarige met ingang van 12 juni 2007 onder
toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg voor de termijn van
een jaar.
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen,
kinderrechter, en in het openbaar op 12 juni 2007 uitgesproken in
tegenwoordigheid van L.M.H. Beckers, griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van
een procureur (advocaat) - hoger beroep worden ingesteld bij het
gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift
van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening
daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.