Voor deze notitie geldt echter: there are lies, damned lies and
statistics. De staatsecretaris geeft statistieken over scholen,
schoolbesturen, vestigingen en schoolgebouwen. Die laatste noemt zij
de feitelijke leeromgeving, en dat is op zich niet onredelijk.
Een indicatie voor deze feitelijke leeromgeving is het gemiddelde
aantal leerlingen dat een willekeurige leerling in zijn gebouw
ervaart. Adelmund verwart dat met iets heel anders: het gemiddelde
aantal leerlingen in gebouwen, berekend door het totaal aantal
leerlingen simpelweg te delen door het aantal gebouwen. Dit resulteert
in statistisch bedrog.
Een voorbeeld. Stel er zijn 2 gebouwen; 1 met 1000 leerlingen en 1 met
1 leerling. De gemiddelde grootte is dan bezien vanuit de leerlingen
vrijwel 1000 omdat die ene leerling er niet veel toe doet. Volgens de
methodiek van de staatsecretaris zou het gemiddelde echter gelijk zijn
aan 500: de helft. (Haar methodiek laat het in principe zelfs toe om
onbeperkt veel virtuele gebouwen van 0 leerlingen mee te nemen in de
berekening; daarmee zou het gemiddelde zelfs tot 0 kunnen dalen.)
In de berekening van het gemiddelde is er per gebouw een weegfactor
nodig die gelijk is aan het aantal leerlingen. Het resultaat is dan
een gewogen gemiddelde over de gebouwen (dat gelijk is aan het
ongewogen gemiddelde over de leerlingen). Dit staat tegenover het
misleidende ongewogen gemiddelde over de gebouwen.
De notitie van Adelmund bevat onvoldoende gegevens om het gewogen
gemiddelde direct te berekenen voor schoolgebouwen. Voor hele
basisscholen biedt de notitie een beter aanknopingspunt: een tabel met
aantallen scholen gegroepeerd naar het aantal leerlingen.
Na een zo zuiver mogelijke schatting van de relatie tussen deze
scholen en hun groottes is als gewogen gemiddelde 288 te bepalen. Dat
is 31 procent meer dan het ongewogen gemiddelde van 220 dat in de
notitie staat. We kunnen aannemen dat Melkert's aantal van 160
leerlingen voor de gebouwen met hetzelfde percentage moet worden
opgehoogd om het betrouwbare gewogen gemiddelde te benaderen; het
resultaat is dan 209.
Melkert zal niet geweten hebben dat hij onzincijfers noemde. Die waren
het product van verkrachting van de statistiek door een ministerie dat
nota bene ook over de wetenschap in Nederland gaat.
> Melkert ondervroeg Fortuyn in hun televisiedebat op 12 april over de
> gemiddelde grootte van schoolgebouwen. Hij verbeterde Fortuyn en
> noemde lagere getallen: 160 leerlingen voor basisscholen, en 320 voor
> middelbare scholen. Die getallen zijn gebaseerd op een notitie van het
> ministerie van Onderwijs en Wetenschappen die staatssecretaris
> Adelmund op 21 november 2001 naar de Tweede Kamer had gestuurd.
> http://www.minocw.nl/brief2k/2001/46135a.doc
><KNIP>
En de relatie met wetenschap (behalve dat de leerlingen van nu de
wetenschappers van de toekomst zijn) is....?
André
>Melkert zal niet geweten hebben dat hij onzincijfers noemde. Die waren
>het product van verkrachting van de statistiek door een ministerie dat
>nota bene ook over de wetenschap in Nederland gaat.
Wat me een beetje ontgaat is wat je er hier in nl.wetenschap mee wil
doen...
Love,
Sabine®.
--
http://home.quicknet.nl/qn/prive/sm.vandulmen/index2.html
Some people say I'm crazy. But that has also been said about Galilei,
Copernicus, Pasteur, Marconi and Einstein. So I'm in good company!
vr.gr.
David
>En de relatie met wetenschap (behalve dat de leerlingen van nu de
>wetenschappers van de toekomst zijn) is....?
...dat hiermee wetenschappelijk is aangetoond dat de het Nederlandse
ministerie van Onderwijs en Wetenschappen wetenschap verkracht.
Nee, Adelmund heeft eindelijk het eeuwenlang gezochte bewijs voor de
kwadratuur van de cirkel geleverd. Knap hoor!
--
Winjo j...@xs4all.nl
Vota SP !!!
knip
Je bent te moeilijk voor nl.politiek,
en off-topic in nl.wetenschap,
Jan