Volgens hem kwamen er in de Heidelbergse Catechismus zinnen voor als "Ja
het." en "Ja hij.". Nou is mijn opa een wijs man, dus ik geloof hem
meteen. Maar ik zie het niet staan in Heidelbergse Catechismussen op
internet. Misschien zijn die gemoderniseerd en heeft mijn opa (88) een
oudere versie geleerd. Mijn vraag is nu, of iemand weet of in ouderwets
Nederlands zo'n antwoord op een vraag mogelijk was. Dus iets als:
- Is hij weg?
-- Ja hij.
Ik herinner me vaag iets dergelijks, uit het middelnederlands dacht ik.
In het West-Vlaams, een vrij behoudend dialect, zijn daarvan nog sporen
te vinden.
Groetjes,
Rian
--
Rian van der Borgt, Leuven.
email: rvdb...@xs4all.be www: http://www.xs4all.be/~rvdborgt/
Fix Outlook/Outlook Express: http://jump.to/oe-quotefix
Ouderwets Nederlands? Maar mijn beste brave jongen toch, in de
provincies Oost- en West-Vlaanderen heb ik nooit anders gehoord. Ook
hier in deze Brabantse stede wordt 'ja' nog dikwijls uitgesproken als
'ja't' maar dan enkel met een bepaalde ondertoon van 'maar
natuurlijk!' Of deze ja't nog iets te maken heeft met die vorm die jij
bedoelt weet ik niet, maar het is alleszins een fossiel van iets.
In Gent hoorde ik mijn grootmoeder en andere familielden regelmatig
deze vorm gebruiken met alle persoonlijke voornaamwoorden: Ja ik, ja
gij, ja hij, ja ze, je we, ja het. Het klonk wel enigszins anders dan
ik hier schrijf: joak, joag, joaha, joazz, joam, joat, maar het waren
onmiskenbaar de vormen waarover jouw opa het had. Hij IS een wijs man.
--
Groeten,
Michel.
(e-mailadres = nep)
> Hij IS een wijs man.
Amen.
--
Met vriendelijke groet
Patrick VANHOUCKE
_____________________________________________________________
"Mijn naam is Hsiang. Ik houd de wacht bij de boeken, die
wellicht de laatste zijn..." uit 'De bewaker van de boeken'
van Jorge Luis Borges (1899-1986).
_____________________________________________________________
>>- Is hij weg?
>>-- Ja hij.
> Ouderwets Nederlands? Maar mijn beste brave jongen toch, in de
> provincies Oost- en West-Vlaanderen heb ik nooit anders gehoord. Ook
> hier in deze Brabantse stede wordt 'ja' nog dikwijls uitgesproken als
> 'ja't' maar dan enkel met een bepaalde ondertoon van 'maar
> natuurlijk!' Of deze ja't nog iets te maken heeft met die vorm die jij
> bedoelt weet ik niet, maar het is alleszins een fossiel van iets.
> In Gent hoorde ik mijn grootmoeder en andere familielden regelmatig
> deze vorm gebruiken met alle persoonlijke voornaamwoorden: Ja ik, ja
> gij, ja hij, ja ze, je we, ja het. Het klonk wel enigszins anders dan
> ik hier schrijf: joak, joag, joaha, joazz, joam, joat, maar het waren
> onmiskenbaar de vormen waarover jouw opa het had. Hij IS een wijs man.
Dit moet haast wel hetzelfde zijn. Wat leuk. Soms zou ik willen dat ik
meer van Vlaamse dialecten wist, want dan wist ik gelijk ook meer van de
geschiedenis van het Nederlands. (Als het Nederlandse taalgebied
Noorwegen was, had ik dit ongetwijfeld op school geleerd.) Straks gaat
iemand nog beweren dat Vlaamse dialecten naamvallen hebben. :-)
> Nog heel gebruikelijk in het platte Oost-Vlaams, en niet alleen voor
> de derde persoon. Zowel 'ja' als 'nee' kan in het Oost-Vlaams in alle
> personen vervoegd worden (net als in het Welsh trouwens).
En het Fins. Fascinerend, dit.
In Zeeland is deze vorm ook nog bekend. Inderdaad met de betekenis "Ja,
natuurlijk", "Jazeker", "Ja, echt wel", of "Ja, allang". Uitspraak
meestal [jA:t] of [j&:t]. Ik heb lang niets achter die toegevoegde "t"
gezocht, maar het zou inderdaad wel eens een fossiel van bovengenoemd
verschijnsel kunnen zijn.
>On Sun, 09 Mar 2003 23:02:13 +0100, Michel Martens
><metrisc...@yahoo.com> wrote:
>
>>gij, ja hij, ja ze, je we, ja het. Het klonk wel enigszins anders dan
>>ik hier schrijf: joak, joag,
>
>[...]
>
>>joaha, joazz,
>
>Dit lijkt er écht niet op, Michel.
Ik geloof je onmiddellijk, Luc, echt waar.
>
>
>>joam, joat, maar het waren
>>onmiskenbaar de vormen waarover jouw opa het had. Hij IS een wijs man.
>
>L.
Ik ben mij bewust van de onvolkomenheid van de weergave. Ik hoor de
klanken zo in mijn hoofd maar ze opschrijven, zeker in normaal
schrift, lukt me inderdaad niet. Ze zeggen dat je in Sampa of iets
dergelijks _alles_ kunt duidelijk maken; ik heb toch mijn twijfels
want de subtiliteiten van de uitspraak van die vervoegde ja- en
neevormen kán je gewoon niet schrijven denk ik.
>Michel Martens:
In zeker zin wel. Ze worden niet meer zo aangevoeld maar de
vervoegingen bestaan nog. Een voorbeeld: iemand vraagt mij hoeveel
keer ik al in China ben geweest. Ik ben daar nog nooit geweest dus
antwoord ik (als ik dialect spreek): "Nog genen enen keer". Waarom ik
dat zo zeg? Nou ja, omdat het zo hoort maar het heeft beslist met een
ooit bestaande naamval te maken.
Ik bezit zelf een papieren exemplaar uit 1836. Ik zou dat "Ja, het" wel
willen opzoeken, als ik maar wist wáár. Zou er een concordantie zijn van de
Heidelbergst catechismus waarin je "Ja het" zou kunnen opzoeken??? Ik
betwijfel het.
Misschien is er helemaal geen band met de Heidelbergse catechismus, maar
gebruikte grootvader de woorden "om met de Heidelbergse catechismus te
spreken" alleen om aan zijn "ja" een versterkende betekenis mee te geven.
Zoiels als "en daar bestaat geen twijfel over". De Heidelbergse catechismus
spreekwoordelijk als een soort dogma!
Of gaat het alleen maar om het woordje "het" en niet om dat "ja". Maar dan
moet ik de context weten van grootvaders uitspraak.
>>> Mijn grootvader zei vandaag: "ja het, om met de Heidelbergse Catechismus
>>> te spreken", als bevestigend antwoord op een vraag.
> Ik bezit zelf een papieren exemplaar uit 1836. Ik zou dat "Ja, het" wel
> willen opzoeken, als ik maar wist wįįr. Zou er een concordantie zijn van de
> Heidelbergst catechismus waarin je "Ja het" zou kunnen opzoeken??? Ik
> betwijfel het.
Ctrl-F? :-)
> Misschien is er helemaal geen band met de Heidelbergse catechismus, maar
> gebruikte grootvader de woorden "om met de Heidelbergse catechismus te
> spreken" alleen om aan zijn "ja" een versterkende betekenis mee te geven.
> Zoiels als "en daar bestaat geen twijfel over". De Heidelbergse catechismus
> spreekwoordelijk als een soort dogma!
> Of gaat het alleen maar om het woordje "het" en niet om dat "ja". Maar dan
> moet ik de context weten van grootvaders uitspraak.
Het ging duidelijk om de combinatie van 'ja' en 'het', want ik heb
natuurlijk doorgevraagd. De context is een vraag als "regent het
buiten?", waarop opa antwoordt "ja het, om met de Heidelbergse
catechismus te spreken". Hij had n.a.v. ook nog een verhaal over een
dominee die "ja ik" zei.
Maar inmiddels is het denk ik wel duidelijk. Het is blijkbaar ooit
mogelijk geweest om in het Nederlands zo op vragen te antwoorden, en in
bepaalde Vlaamse dialecten is dat zo gebleven en heeft het zelfs geleid
tot vervoegbare ja's en nee's. Ik vind het een opmerkelijke constructie,
omdat ik hem niet uit andere Germaanse talen ken.
(Het Fins heeft een soort werkwoord-achtige ontkenning, die in persoon
en getal vervoegd wordt. Minä en puhu suomea 'ik spreek geen Fins',
waarbij 'minä' (ik) weglaatbaar is, 'en' de eerste persoon enkelvoud van
de ontkenning, 'puhu' de stam van puhua 'spreken' en 'suomea' de
partitief enkelvoud van suomi 'Fins'. De overige personen:
2ev: (sinä) et puhu suomea,
3ev: (hän) ei puhu suomea,
1mv: (me) emme puhu suomea,
2mv: (te) ette puhu suomea,
3mv: (he) eivät puhu suomea.
Als antwoord op de vraag 'spreek je Fins?' kun je dan antwoorden: 'en
puhu'. Het antwoord op 'spreekt hij Fins' is 'ei puhu', enzovoort.)
Het is mogelijk dat de versies van de Heidelbergse Catechismus die op
internet staan wat gemoderniseerd zijn. Maar in de versie op die je
kunt downloaden van www.onlinebible.org komt "ja het" twee keer voor,
bijvoorbeeld:
Vr.74. Zal men ook de jonge kinderen dopen?
Antw. Ja het; want mitsdien zij alzowel als de volwassenen in het
verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn [...]
Ook in de formulieren voor de bevestiging van ambtsdragers in hun
ambt, behorende bij de liturgie der Gereformeerde Kerken in Nederland
(en te vinden op dezelfde webstek of in een oud zakbijbeltje van de
uitgeverij Jongbloed) komen antwoorden als "Ja ik" of "Ja wij" een
enkele keer voor.
Wim de Smit
--
Beveel het papier niet terstont al wat u in den zin
schiet, maer toetst uwe inbeeldingen, vonden en
gedachten ofze der penne en den dagh waerdigh zijn.
J.V. Vondel
>>- Is hij weg?
>>-- Ja hij.
> Het is mogelijk dat de versies van de Heidelbergse Catechismus die op
> internet staan wat gemoderniseerd zijn. Maar in de versie op die je
> kunt downloaden van www.onlinebible.org komt "ja het" twee keer voor,
> bijvoorbeeld:
> Vr.74. Zal men ook de jonge kinderen dopen?
> Antw. Ja het; want mitsdien zij alzowel als de volwassenen in het
> verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn [...]
Ha, dank je. Met deze tekst zijn er ook nog wat meer te vinden op
internet. Toch wel mooi, eigenlijk, die taal.
"Maar kunnen degenen, die tot God bekeerd zijn, deze geboden
volkomenlijk houden?
Antw. Neen zij; [...]"
De tegenhanger "neent" [nI@nt] bestaat in Zeeland overigens ook, meet
een vergelijkbare betekenis "nee, echt niet" of "nee, helemaal niet".
> >> In Gent hoorde ik mijn grootmoeder en andere familielden regelmatig
> >> deze vorm gebruiken met alle persoonlijke voornaamwoorden: Ja ik, ja
> >> gij, ja hij, ja ze, je we, ja het. Het klonk wel enigszins anders dan
> >> ik hier schrijf: joak, joag, joaha, joazz, joam, joat, maar het waren
> >> onmiskenbaar de vormen waarover jouw opa het had. Hij IS een wijs man.
Mijn grootmoeder gebruikte ook nog bakkendoet en battendoet (bah 'k en
doe't, en bah 't en doet) om iets te ontkennen.
Ook nog leuke "versterkingen" als volgt:
Ja hij komt! Dat 'm komt.
Ja we gaan! Damme gaan.
> >Dit moet haast wel hetzelfde zijn. Wat leuk. Soms zou ik willen dat ik
> >meer van Vlaamse dialecten wist, want dan wist ik gelijk ook meer van de
> >geschiedenis van het Nederlands. (Als het Nederlandse taalgebied
> >Noorwegen was, had ik dit ongetwijfeld op school geleerd.) Straks gaat
> >iemand nog beweren dat Vlaamse dialecten naamvallen hebben. :-)
>
> In zeker zin wel. Ze worden niet meer zo aangevoeld maar de
> vervoegingen bestaan nog. Een voorbeeld: iemand vraagt mij hoeveel
> keer ik al in China ben geweest. Ik ben daar nog nooit geweest dus
> antwoord ik (als ik dialect spreek): "Nog genen enen keer". Waarom ik
> dat zo zeg? Nou ja, omdat het zo hoort maar het heeft beslist met een
> ooit bestaande naamval te maken.
Het heeft niets meer met naamvallen te maken maar wel (alleen nog) met
geslachtsonderscheid:
die tafel en diene stoel;
ne goeie vent en een goei peer, en e schoon huis.
Moest ook maar weer eens nagaan wanneer het nu een grote vrouw is en wanneer
een schoon vrouw, een rappe kat maar een geel tafel...
Guido
verse Brusselse sprautjes :-)
http://www.ping.be/wugi/brussels.htm