Google Groups no longer supports new Usenet posts or subscriptions. Historical content remains viewable.
Dismiss

De glorieuze geschiedenis van de Koninklijke Landmacht in 1940!

49 views
Skip to first unread message

XxX

unread,
Feb 23, 2009, 4:32:53 PM2/23/09
to
Sergeant Meijer

In de meidagen van 1940 zijn ruim 380 soldaten van de Nederlandse
Krijgsmacht bij de Slag om de Grebbeberg omgekomen. Eén van hen, de sergeant
J.C. Meijer uit Dieren, eindigt zijn leven voor een Nederlands vuurpeloton.
Met de executie van Chris Meijer wordt uitvoering gegeven aan het vonnis van
een krijgsraad te velde, die hem enkele uren daarvoor wegens desertie ter
dood veroordeelde.

Bij het uitbreken van de oorlog is Chris Meijer commandant van twee
stukken pantserafweergeschut die opgesteld staan in de stoplijn op de
Grebbeberg.
Eén stuk bevindt zich ongeveer 200 meter ten noorden van de Heimersteinse
Laan, het andere bij de Levendaalse Weg.

De Slag om de Grebbeberg begint op 11 mei met S.S.-zuiveringsacties in het
vlakke land tussen Wageningen en de Grebbeberg. De Duitse artillerie geeft
onderwijl storend vuur af op de Grebbeberg. Deze beschieting moet de
soldaten op de Grebbeberg aan hun stellingen binden en hun de kans onthouden
de voorposten te hulp te komen. Bovendien moeten de gestaag neerdalende
granaten het moreel van de troepen ondermijnen.

Naarmate de uren verstrijken, wordt het Duitse vuur heviger en neemt de
onzekerheid bij de mannen van de sectie Meijer toe. Geen vijand waarop
geschoten kan worden, geen tanks, geen aanstormende infanterie. Ze moeten
werkloos toezien terwijl de granaten om hen heen inslaan. Bovendien
ontbreken hen de middelen om zich over een grote afstand in het gevecht te
mengen. Ondertussen draaien Duitse verkenningsvliegtuigen ongehinderd hun
rondjes boven de berg en begeleiden via een radiozender de artillerie bij de
beschieting.

De mannen voelen zich schietschijf, de druk die zij op Meijer uitoefenen
om te vertrekken wordt groter en Meijer bezwijkt onder deze druk.
Om 11.00 uur in de ochtend van 11 mei, als de Duitse stoottroepen een
eerste bres geslagen hebben in de stellingen van de voorposten, besluit
Meijer, die zich dan bij het pag-kanon, noordelijk van de Heimersteinse Laan
bevindt, de strijd te staken. De opstelling van dit kanon is in het vak van
16 M.C., waar de twee secties van deze compagnie zware mitrailleurs hun
oorlog eerst twee dagen later beëindigen.
Op het moment dat Meijer het bevel "stuk terug" geeft, is de afstand
tussen hem en de Duitse stoottroepen hemelsbreed ongeveer drie kilometer.
Zijn stelling heeft lichte schade opgelopen, geen van zijn manschappen is
gesneuveld of gewond.

Het stuk wordt aan de trekker gehaakt en de mannen verlaten de Grebbeberg,
Meijer op zijn motor voorop, zijn manschappen in de open pag-trekker
erachter. De Vesting Holland is het vage reisdoel, daar de strijd voorzetten
de door Meijer geopperde intentie.

Volkomen ongehinderd tijdens de terugtocht bereikt de groep uiteindelijk
Loenen aan de Vecht, waar een cafeetje aangedaan wordt. Burgers, die in de
kleine gelagkamer met groeiend wantrouwen de gesprekken van de soldaten
volgen, alarmeren de plaatselijke veldwachter. Deze neemt contact op met de
Koning Willem III kazerne in het nabije Nieuwersluis en krijgt de opdracht
de soldaten door te sturen.

De veldwachter begeeft zich naar het café en sommeert de soldaten hem te
volgen. Het wordt een eigenaardige optocht. In eerste positie de veldwachter
op zijn dienstfiets, daarachter Meijer op zijn motor en vervolgens de
trekker met het kanon.
Door gas te geven kunnen de mannen simpel uit handen van de militaire
justitie blijven. Ze zien af van deze mogelijkheid en volgen gedwee de
veldwachter, die hen tenslotte aflevert bij de kazerne. Daar sluit het hek
en kan Meijer op het verdere verloop van de gebeurtenissen nauwelijks nog
invloed uitoefenen.

In de loop van die 11e mei heeft generaal Harberts met groeiende
verontwaardiging en wanhoop kennis genomen van de ontwikkelingen in de
voorpostenstrook. Zijn misvatting omtrent de sterkte van de vijand gooit
olie op het vuur. Wat is dat voor leger dat de voorpostenstrook nodeloos
prijs geeft aan "niet meer dan 100 man vijand". Een afschrikwekkend
voorbeeld wil hij stellen om aan de vermeende lafheid voorgoed een einde te
maken. Eén van de vele vluchtelingen, of deserteurs zoals Harberts ze zonder
uitzondering beschouwt, moet berecht en gefusilleerd worden. Dat zal de
troepen tot inkeer brengen. Voor het berechten is een krijgsraad te velde
nodig en Harberts krijgt voor het instellen hiervan in de avond van 11 mei
toestemming van de commandant veldleger Baron van Voorts tot Voorst.

Drie rechtsgeleerde officieren arriveren tegen middernacht op het
hoofdkwartier van Harberts in Doorn. Een van hen is Mr. Plugge. In het
burgerleven is hij rechter bij de rechtbank in Utrecht, maar nu zal hij gaan
optreden als auditeur-militair (de openbare aanklager) bij de krijgsraad.
Het driemanschap is in eerste aanleg belast met het gerechtelijk
vooronderzoek in de zaak van een vaandrig, commandant van een sectie zware
mitrailleurs, die zich in een al te vroeg stadium uit het voorpostengebied
zou hebben teruggetrokken. Harberts overschrijdt zijn bevoegdheid wanneer
hij als zijn mening kenbaar maakt, dat er een doodvonnis geveld moet worden.
De zaak van de vaandrig wordt uitvoerig bestudeerd maar vervolgens te
licht bevonden, dit tot grote opwinding van de generaal. Ondertussen zijn de
berichten met betrekking tot de gevangenneming van de sergeant Meijer tot
het hoofdkwartier in Doorn doorgedrongen en met Meijer meent de generaal het
afschrikwekkend voorbeeld in handen te hebben. En daarmee is de zaak Meijer
het onderwerp geworden van de militaire oorlogsjustitie.

Harberts kiest zelf de leden van de krijgsraad. Zij arriveren de volgende
ochtend (12 mei) in Doorn. Opnieuw gaat Harberts over de schreef, nu in zijn
toespraak tot de krijgsraad. Voor een Parlementaire Enquêtecommissie
verklaarde de generaal later:

"Ik heb toen de krijgsraad toegesproken in deze zin dat dit een geval
was zo duidelijk, dat de doodstraf de enige straf kon zijn die erop volgen
moest. Ik zeg dit nu maar hoop dat de heren er geen misbruik van zullen
maken, want ik ben mij er volkomen van bewust, dat geen enkele autoriteit
het recht heeft een rechtelijke instantie te influenceren. Ik heb gemeend
het toch te moeten doen en als de heren het mij kwalijk nemen.... Ik achtte
het beslist noodzakelijk omdat ik mij realiseerde dat de officieren van onze
vredesopleiding opgegroeid in de mentaliteit van, laat ik het populair
noemen, 'het zachte eitje', er wel eens tegen op zouden kunnen zien die
militair ter dood te veroordelen".

Mr. Plugge, de auditeur-militair, legt de Krijgsraad zijn zelfstandige
verantwoordelijkheid uit en beklemtoont dat hiërarchieke verhoudingen geen
enkele rol mogen spelen. Maar de toespraak van de generaal blijft nagalmen.

De verdediger van Meijer is kapitein Van Erp. Zijn juridische kennis gaat
terug op een tweejarige cursus aan de Universiteit van Amsterdam, een cursus
opgezet om het schrijnend tekort aan juridisch geschoold personeel bij de
landmacht weg te werken.
De balans van Vrouwe Justitia raakt fors uit evenwicht door de onervaren
Van Erp te plaatsen tegenover de juridische zwaargewicht Plugge, een
ernstige onvolkomenheid als het leven van een soldaat inzet is. Bovendien
ontbreekt het Van Erp aan tijd om de verdediging fatsoenlijk op te zetten.

De leden van de krijgsraad zijn juridisch gezien volslagen leken. Kennis
van het recht geniet weliswaar de voorkeur bij het invullen van een
krijgsraad, maar de wet formuleert het niet als absolute eis.

De verdediging beperkt zich tot een menselijk pleidooi en komt niet toe
aan de vraag of door de vlammende toespraak van Harberts, de krijgsraad nog
wel recht kan spreken.
De auditeur-militair concludeert dat de sergeant zich schuldig heeft
gemaakt aan de schending van de krijgsplichten en dientengevolge de
veiligheid van de staat in gevaar heeft gebracht. Hij vordert de doodstraf.

Drie kwartier later wordt de éénparige mening van de krijgsraad in een
vonnis vastgelegd dat eindigt met de woorden:
"Veroordeelt beklaagde deswege tot de doodstraf".

Het vonnis zelf laat talloze vragen onbeantwoord. In hoeverre is hier
sprake van willekeur gelet op het grote aantal vluchtelingen? Is desertie
wel de intentie geweest van de sergeant? Een deserteur rukt ergens wat
werkkleding van een waslijn en verdwijnt in de chaos van het moment. De
manier waarop Meijer zijn vermeende desertie vorm geeft, is in ieder geval
eigenaardig. In uniform, met trekker en kanon toert de groep Meijer over de
hoofdweg richting westen.

De wet geeft een veroordeelde nog 48 uur nadat hem de dood is aangezegd;
niet eerder mag de executie plaatsvinden. Meijer wordt onthouden waar hij
recht op heeft. Eén uur is al hetgeen Harberts hem gunt, want de generaal
heeft haast. Het afschrikwekkend voorbeeld; daar is het allemaal om te doen.

Zijn laatste uur benut Meijer om twee afscheidsbrieven te schrijven, één
aan zijn vader en moeder en één aan zijn verloofde. De ware toedracht
verzwijgt hij in zijn brieven. Hij schrijft dat hij zwaar gewond geraakt is
in de strijd maar dat het ergste nu voorbij is. Het is zijn poging om ouders
en verloofde het ergste verdriet te besparen.

Dan wordt hij in een vrachtwagen gezet en afgevoerd naar de schietbaan bij
Doorn. Het vuurpeloton is al aangetreden. Meijer weigert de blinddoek en
doet zijn leren jas uit. "Het zou zonde van die jas zijn als er kogelgaten
in zouden komen", zegt hij.
Om 15.00 uur klinkt het salvo. 12 mei 1940, Eerste Pinksterdag, is de
sterfdatum van Johan Christiaan Meijer

Harberts heeft nu zijn afschrikwekkend voorbeeld. Het zal hem niets
opleveren. Op het moment dat het vonnis voltrokken wordt staat de Grebbeberg
in vuur en vlam. Verbindingen zijn verbroken en her en der vechten vaak
geïsoleerde groepen Nederlandse soldaten met S.S.-eenheden. Op geen enkele
wijze is het door Harberts zo vurig gewenste afschrikwekkend voorbeeld aan
de soldaten door te geven.
Dat maakt de tragiek compleet. Juridisch valt er veel op deze executie aan
te merken, uit militair oogpunt is de voltrekking van het vonnis volstrekt
zinloos.

Barokino

unread,
Feb 24, 2009, 2:23:39 PM2/24/09
to

XxX schreef:

> Harberts heeft nu zijn afschrikwekkend voorbeeld. Het zal hem niets
> opleveren.

Sterker nog: het is geen afschrikwekkend voorbeeld geweest want er is nooit
enige ruchtbaarheid aan gegeven en al helemaal niet in de meidagen van 1940. Pas
eind jaren 60 werd de geschiedenis bekend. Harbers werd op de TV geïntervieuwd
waarin hij ongelofelijk arrogant overkwam en bleef volhouden dat de executie
gerechtvaardigd was. Binnen een paar uur na de uitzending werd zijn huis in
Haarlem belegerd door mei 1940 veteranen en moest hij met politie-escorte zijn
huis verlaten.

> Op het moment dat het vonnis voltrokken wordt staat de Grebbeberg
> in vuur en vlam. Verbindingen zijn verbroken en her en der vechten vaak
> geïsoleerde groepen Nederlandse soldaten met S.S.-eenheden. Op geen enkele
> wijze is het door Harberts zo vurig gewenste afschrikwekkend voorbeeld aan
> de soldaten door te geven.
> Dat maakt de tragiek compleet. Juridisch valt er veel op deze executie aan
> te merken, uit militair oogpunt is de voltrekking van het vonnis volstrekt
> zinloos.

Formeel gesproken mocht er een doodstraf wegens desertie worden uitgesproken.
Maar Harberts eiste domweg dat de krijgsraad een doodvonnis zou vellen.
Dergelijke interventies zijn onwettig. Harbers was des te kwader omdat de
vaandrig die eerder wegens desertie voor dezelfde krijgsraad moest verschijnen
een goedgebekte rechtenstudent was die de leden van de krijgsraad "finaal onder
tafele lulde" en na zijn vrijspraak triomfantelijk letterlijk een 'lange neus'
naar de generaal trok. Meijer was een eenvoudige boerenknecht met groot ontzag
voor officieren; hij was geen partij voor een onder druk gezette krijgsraad.

Het ergste was wel dat de krijgstucht voorschreef dat een doodvonnis pas na
minimaal 48 uur voltrokken mocht worden, Meijer werd binnen 2 uur na het
uitspreken van het doodvonnis geëxecuteerd. Had Harbers en de krijgsraad juist
gehandeld dan had het doodvonnis ongetwijfeld ter kennis zijn gekomen van de
hogere echolons en vandaar zou men met de capitulatie in zicht ongetwijfeld
verder uitstel hebben gevorderd waarna er hoogstwaarschijnlijk een echt proces
had plaatsgevonden. De kans dat er dan alsnog een doodvonnis zou worden geveld
is miniem, de kans dat die ook voltrokken zou worden nagenoeg uitgesloten.


0 new messages